herhaling h2 bewegen

1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Functie skelet
  • Welke functie heeft je skelet?
  • Stevigheid, rechtop staan
  • Beweging, hoe?
  • Bescherming, welke?
  • Vorm geven

Slide 2 - Slide

Pijpbeenderen
Pijpbeenderen zijn hol, geven stevigheid
Kraakbeen aan uiteinden veel lijmstof, weinig kalk
Beenvlies  met bloedvaten eromheen
Beenweefsel (bot) veel kalk weinig lijmstof
Beenmerg: vetopslag (geel beenmerg)



Slide 3 - Slide

Bevatten rood beenmerg: vormt bloedcellen

Bevatten GEEN geel beenmerg

Beschermen kwetsbare organen: hersenen, heup, longen en hart

Platte beenderen

Slide 4 - Slide

Houding

De vorm van de wervelkolom lijkt op tweemaal de letter S boven elkaar. We noemen dit de dubbele -S-vorm.



Wat is de functie van deze vorm?

Slide 5 - Slide

Naadverbinding:
geen beweging
kraakbeenverbinding: kan enigzins bewegen

Slide 6 - Slide

Vergroeiing

Heiligbeen bestaat uit 5 aan elkaar gegroeide wervels, 
geen beweging mogelijk

Slide 7 - Slide

3 Gewrichten

Slide 8 - Slide

Gewricht

Slide 9 - Slide

Hoe buig en 
strek je je arm?


Arm buigen --> armbuigspier trekt samen
Arm strekken --> armstrekspier trekt samen

Met pezen zitten de spieren vast aan je 
gewrichten

Slide 10 - Slide

Uitleg
W
Welke verbindingen zullen:
- veel kunnen bewegen?
- beetje kunnen bewegen?
- niet kunnen bewegen?

Slide 11 - Slide

Spierblessures
Blessure = letsel bij sporten
  1. Spierpijn, afvalstoffen
  2. Spierkramp (te weinig bloed)
  3. Spierscheuring (bv zweepslag)
  4. Kneuzing, bloeduitstorting

Slide 12 - Slide

verzwikking/
verstuiking
ontwrichting
botbreuk 
blessures in gewrichten

Slide 13 - Slide

Kneuzing, verzwikking of ontwrichting

kneuzing gewricht

de banden rekken op of scheuren: koelen en rust

Slide 14 - Slide

Botbreuk
Recht zetten + gips en/of een operatie

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Verdeling zoogdieren op het land 
Topgangers: 
    1. ze lopen op de toppen van hun tenen
    2. kan hard lopen 
    Teengangers:
    1. lopen op hun tenen
    2. alleen de teenkootjes komen op de grond 
    3. kan hardlopen
    Zoolgangers:
    1. lopen met hun hele voet op de grond
    2. ze kunnen zich goed afzetten
    3. kan niet hard lopen






















    voorbeelden
    mens  beer     kat     paard
       gorilla          hond   bizon
       ZOOL           TEEN   TOP

    Slide 17 - Slide

    Ook veel variatie bij vogelpoten

    Slide 18 - Slide