H2.1 Lezen

Welkom       


Gekortwiekt raakt de voetballer

Gekortwiekt raakt de voetballer
de bal niet met zijn handen.
Hij doet het met zijn voet.
De kieper grijpt hem in zijn vlucht
met uitzonderlijke handen.
De vleugels van het elftal,
het overspel,
de schijnbeweging voor het schot;
met zijn hoofd in zijn handen
hangt de doelman in het net,
het doelpunt is gezet.
                                                              (Gerrit Bakker)
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom       


Gekortwiekt raakt de voetballer

Gekortwiekt raakt de voetballer
de bal niet met zijn handen.
Hij doet het met zijn voet.
De kieper grijpt hem in zijn vlucht
met uitzonderlijke handen.
De vleugels van het elftal,
het overspel,
de schijnbeweging voor het schot;
met zijn hoofd in zijn handen
hangt de doelman in het net,
het doelpunt is gezet.
                                                              (Gerrit Bakker)

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • 15 minuten lezen
  • Bespreken weektaak van vorige week
  • Uitleg/instructie H2 Lezen
  • Aan de slag met huiswerk, lezen of boekopdracht

Slide 2 - Slide

Doelen
- Je kunt verschillende tekststructuren herkennen
- Je kunt de tekst opdelen in betekenisvolle eenheden en de functie van deze eenheden benoemen.




Slide 3 - Slide

timer
15:00

Slide 4 - Slide

Weektaak van afgelopen week
  • Wat ging goed?
  • Wat is nog lastig/moeilijk?
  • Vragen? 

Slide 5 - Slide

Tekststructuur
Waar gaat de tekst over?

  • Snel achter de hoofdgedachte van de tekst komen. Herken inleiding, kern en slot. De hoofdgedachte vind je vaak in de titel, inleiding of in het slot (voorkeursplaatsen)

Slide 6 - Slide

Inleiding
  • Onderwerp van de tekst wordt genoemd.
  • Auteur probeert te verleiden tot verder lezen.
  • Geen zin om de kern te lezen en toch een beeld vormen over de tekst? Lees na de inleiding het slot. 

Slide 7 - Slide

Kern
  • Het middendeel van de tekst.
  • Meer informatie over het onderwerp.
  • Vaak meerdere alinea's.
  •  Elke alinea bevat een kernzin.
  • Kernzin geeft hoofdgedachte van de alinea weer.
  • Kernzin is vaak de eerste, tweede of laatste zin van de alinea.

Slide 8 - Slide

Slot
  • Laatste zin of laatste alinea van de tekst.
  • conclusie, samenvatting, prikkelende stelling.
  • Niet elke tekst heeft een slot (bijv. nieuwsartikelen). 

Slide 9 - Slide

Vaste tekststructuren
  • Probleem- oplossingsstructuur
  • Verleden- heden (-toekomst) structuur
  • Vraag- antwoordstructuur 

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Keuze
  • Werken aan je weektaak
  • Lezen
  • Werken aan je boekopdrachten
  • Oefenen met werkwoordspelling (www.gespeld.nl)

Slide 11 - Slide

Doelen
- Je kunt verschillende tekststructuren herkennen
- Je kunt de tekst opdelen in betekenisvolle eenheden en de functie van deze eenheden benoemen.




Slide 12 - Slide

Tot morgen!
  • Zijn er nog vragen?
  • Zorg dat je je spullen op orde hebt! Leesboek mee! 

Slide 13 - Slide