Boezemfibrilleren – atriumfibrilleren
Hartritmestoornis waarbij de boezems als gevolg van uiterst snelle elektrische ontladingen, zeer vlug achter elkaar samentrekken, waardoor de kamers ook sneller en minder efficiënt samentrekken dan normaal.
Gevolg: een onregelmatige, vaak versnelde hartslag.
Dit kan optreden zonder dat de patiënt klachten ondervindt. Als er klachten zijn, hangen deze samen met de frequentie waarmee de kamers kloppen (onaangename, onregelmatige hartkloppingen of een onbehaaglijk gevoel op de borst) of met de verminderde pompfunctie van het hart (duizelig, zwak en kortademig voelen).
Bij sommigen, in het bijzonder ouderen, kan hartfalen, pijn op de borst of shock optreden.
De behandeling is medicatie en/of defibrillatie.