19.11 3KL Lesson 2.2

1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Afspraken 
  • Als je iets wilt zeggen, steek je je hand op
  • Je luistert en bent dus stil
  • Je werkt mee
  • Je schrijft mee in je schrift/werkboek/Chromebook
  • Je kletst niet met je klasgenoten en reageert niet op/naar anderen
  • Je gebruikt je Chromebook alleen als het nodig is
  • Je maakt je huiswerk, of je ouders worden geïnformeerd

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

18 November 2024
Miranda Kenneally - an American youth writer, singer &  she works for the State Department in Washington.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesson plan
  • StudyGo
  • Rewind
  • Homework check
  • Grammar: could / couldn't & 
have to / has to
  • (home)Work!
  • Looking back!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Aan het einde van deze les heb je:

  1.  De woorden en zinnen uit Unit 3.1 en 3.2 geoefend
  2. Je kunt voor jezelf inschatten hoe goed je de vocab unit 3 Lessen 1 + 2 beheerst.
  3. Je (her)kent twee vormen van could(n't)
  4. Je weet waarom en hoe je 'have to' moet gebruiken.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Homework check
Leren:
  • Words + Phrases 3.2 page 170-172
Maken:
  • Exc. 15/16/17/18/22, page 104-106, + page 109

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

page 170

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

page 170

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

1. Unit 3 Lesson 1+2, 
                                 page 170
StudyGo 
Tijdens het oefenen, onthoud de moeilijke woorden








timer
5:00

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

  • Schrijf op je blaadje zoveel mogelijk woorden uit de woordenlijst van unit 3 Lesson 1 op. Dit moeten woordenparen Engels-Nederlands zijn. 
  • In totale stilte.
  • Zonder boek.
  • 3 minuten. 
timer
3:00
2. BRAINDUMP

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

  • Hoeveel woorden hebben jullie samen op weten te schrijven? (dubbele woorden tellen niet mee).
  • Noteer jullie gezamenlijke score op je blaadje. 

  • Gebruik je overlegstem. Ik hoor je, maar kan niet verstaan wat je zegt.
  • 3 minuten
  • Alle duo's vertellen hun score!
timer
3:00
Met je schoudermaatje:

Slide 11 - Slide

This item has no instructions


Je kunt voor jezelf inschatten hoe goed je de vocab. unit 3 Lessen 1 beheerst:
Je hebt zelfevaluaties uitgevoerd om je begrip en beheersing van de woorden te beoordelen.


😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

This item has no instructions

3. Could & couldn't 
Please, take out your notebook and a pen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent 'could' in deze zin?:


He could try harder next time. 
Wat betekent 'couldn't' in deze zin?:


Jimmy   couldn't score in his last match. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Could & couldn't

Jimmy couldn't score in his last match.


page 107

He could try harder next time.
Betekenis 1:
kon niet (scoren)
verleden tijd van 'kunnen'
Betekenis 2:

zou kunnen (proberen)
geven van advies

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Unit 3 Relationships
Could & couldn't

  • Do: Exc. 20, page 107




Could you please give me your own examples using 'could & couldn't
timer
5:00

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

zou (den)kunnen (proberen)
geven van advies
verleden tijd van 'kunnen'

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

My goal - our goals
3. Je (her)kent twee vormen van 'could(n't)':
  • Je kunt de positieve en negatieve vormen van 'could' herkennen en correct gebruiken in zinnen.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

4. Have to & don't have to
Please, take out your notebook and a pen.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat hebben deze zinnen met elkaar gemeen?
You have to do your homework.
She has to be on time for her exam.
I have to talk to you. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Kijk maar:

  • You have to do your homework.
  • She has to be on time for her exam.
  • I have to talk to you. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions



Have to & has to (+ hele werkwoord)
  • Have to of has to? -->
    Kijk naar het onderwerp! 



  • Betekenis = moeten

  • I/you/we/they --> HAVE TO + hele ww
  • he/she/it --> HAS TO + hele ww
Neem over:

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Unit 3 Relationships
 have to & don't have to
  • Do: Exc. 21, page 108 


Could you please give me your own examples using have to & don't have to?  

  • Exc. 23, page 110
timer
5:00

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

My goal - our goals
4. Je weet waarom en hoe je 'have to' moet gebruiken:
 
  • Je begrijpt de grammaticale regels en contexten waarin 'have to' wordt gebruikt en kunt dit toepassen in je eigen zinnen.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Reflection

Slide 25 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende Unit. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag op basis van het Learner Profile en de ATL-skills. Dit wordt vastgelegd in Toddle. Samen blikken docent en leerlingen vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Friday 22 November
Leren:
Words + Phrases 3.2 page 170-172

Maken:
Exc. 20/21/23, page 107-109


Slide 26 - Slide

This item has no instructions