Financieel 2-3

FINANCIEEL PLAN
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

FINANCIEEL PLAN

Slide 1 - Slide

Onderdelen Financieel Plan
1. Berekeningen (omzetprognose/kostprijs,..)
2. Investeringsbegroting
3. Financieringsbegroting
4. Openingsbalans
5. Exploitatiebegroting
6. Liquiditeitsbegroting
7. Rentabiliteit en Cashflow


Slide 2 - Slide

Exploitatie
begroting

Kosten                  Exploitatiebegroting 2023            Opbrengsten

Inkoopwaarde omzet                                                          Opbrengsten 
Personeelskosten 
Rentekosten 
Afschrijvingen 
Verkoopkosten 
Communicatiekosten 
Energiekosten 
Vervoerskosten
Overige kosten 
 
Nettowinst                                                                         Nettoverlies

Slide 3 - Slide

Afschrijvingskosten
Lineair: Gelijke kosten elk jaar
(Aanschafwaarde - Restwaarde) / economische levensduur = Afschrijvingskosten 

Vb: Auto =30.000, restwaarde = 6.000, levensduur = 8 jaar.
Afschrijving = (30.000 - 6.000) / 8 = 3.000
Boekwaarde na drie jaar: 30.000 - 3 * 3.000= €21.000


Slide 4 - Slide

Personeelskosten
Primaire arbeidsvoorwaarden = loon, vakantiegeld
Secundaire arbeidsvoorwaarden = auto van de zaak
Samen = personeelskosten
bruto bruto = brutoloon + 30% (13de maand, etc.)
Bruto-loonheffing en verzekering = Nettoloon
Volksverzekering: AOW, ANW en AWBZ
Werknemersverzekering: WW en WA

Slide 5 - Slide

FTE (Fulltime Equivalent)
2 dagen p.w. = 16 uur = 0,4 fte dus 7 * 0,4 fte = 2,8 fte
5 dagen p.w. = 40 uur = 1,0 fte dus 4*1,0 fte = 4,0 fte
3 dagen p.w. = 24 uur = 0,6 fte dus 8*0,6 fte = 4,8 fte
4 dagen p.w. = 32 uur = 0,8 fte dus 21*0,8 fte = 16,8 fte

2,8 + 4,0 + 4,8 + 16,8 = 28, 4 fte
Vergeet de factor niet!


Slide 6 - Slide

Berekening bruto-brutoloon
Bruto-bruto personeelskosten = 34 x 39,95 x 1,31 = €1.779,37

Slide 7 - Slide

Rente
Rente = prijs die je betaalt voor het lenen van geld/kapitaal/vermogen

Lang = lage rentekosten
Kort = hoge rentekosten
Hypotheek = lening 
met onroerend goed als onderpand.

Slide 8 - Slide

Rente berekenen
Lening 1.500.000
Rente = 6,2%
Jaarlijkse rentekosten = 1.500.000 : 100 x 6,2 = €93.000

Aflossen is niet hetzelfde als rente

Slide 9 - Slide

Verkoopkosten

De kost gaat voor de baat uit!
Verkoopkosten zijn noodzakelijk om omzet te halen!
Reclame --> bekendheid --> omzet --> winst
Verkoopkosten verlagen winst, goed in de gaten houden!

Slide 10 - Slide

Belastingen en heffingen
Voorbeelden van belasting:
➢ onroerendzaakbelasting.
➢ motorrijtuigenbelasting.
➢ precariorechten. (terras)
➢ toeristenbelasting en milieubelasting.
Voorbeelden van heffingen:
➢ reinigingsrechten, zoals rioolrecht en afvalverwerking.
➢ Buma/Stemra (auteurs/muziekrechten)


Slide 11 - Slide

Verzekeringen
Verzekeringen: Overdragen van financiële risico’s tegen betaling van premies.
Risico’s vaak te groot om alleen te kunnen dragen.
Er wordt een verzekeringspremie betaald.
Meestal jaarlijks, bij grote bedragen maandelijks.
Over deze premie heft de overheid assurantiebelasting.

Slide 12 - Slide

Voorbeeld
Pand €900.000, premie 1,5%, poliskosten €12, assurantiebelasting 21%
Jaar 1:
Premie = 1,5% van €900.000 = €1.350
Premie + poliskosten = €1.362
Assurantiebelasting: 21% van €1.362 = €286,02
Te betalen: €286,02+€1.362 = €1.648,02.

Slide 13 - Slide

Energiekosten
Energie verbruiken en verkrijgen kost geld.
Vooraf betalen maandelijks. (voorschot)
Na het boekjaar worden voorschotten 
verrekend met de werkelijke kosten.
Voorbeelden:
Verbruikskosten, transportkosten (energie), energiebelasting,
kosten van derden.
Belangrijk: Vergelijk leveranciers! Let wel op leveringsvoorwaarden.





Slide 14 - Slide

Communicatiekosten
Vooral telefoon- en internetkosten.
Te voldoen per maand of kwartaal.
Op exploitatiebegroting exclusief BTW
                                                  Voorbeeld: Kosten incl. BTW: €297,50
                                                  BTW 19%
                                                  €297,50/119 x 100 = €250.
              
                              

Slide 15 - Slide