What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling grammatica
Werkwoorden (doet)
1 / 42
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Basisschool
Groep 8
This lesson contains
42 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Werkwoorden (doet)
Slide 1 - Slide
Werkwoorden
(Hele werkwoord)
Slide 2 - Mind map
Ik ....... (fietsen)
A
fietst
B
fietsen
C
fiets
D
fiet
Slide 3 - Quiz
Hij ......... (noemen)
A
noem
B
noemt
C
noemd
D
noemen
Slide 4 - Quiz
Wij ........ (roepen)
A
roept
B
roep
C
roepd
D
roepen
Slide 5 - Quiz
Ik ....... (geven)
A
gev
B
geeft
C
geef
D
gevt
Slide 6 - Quiz
1. Karin ..... graag stripboeken. (lezen)
Slide 7 - Open question
4. De mensen ....... door het bos. (wandelen)
Slide 8 - Open question
5. Ik ...... dat ik een goed cijfer heb. (denken)
Slide 9 - Open question
7. De groep ........ de opdrachten. (maken)
Slide 10 - Open question
Meervoud (meer dan 1)
Slide 11 - Slide
wat is het meervoud van:
bak
A
baks
B
baken
C
bakken
Slide 12 - Quiz
Wat is het meervoud van:
blok
A
bloken
B
blokken
C
bloks
Slide 13 - Quiz
Wat is het meervoud van:
traan
A
traans
B
traanen
C
tranen
Slide 14 - Quiz
Wat is het meervoud van:
kleed
A
kleden
B
kleeden
C
kledden
Slide 15 - Quiz
Wat is het meervoud van:
golf
A
golven
B
golfen
C
golfs
Slide 16 - Quiz
Wat is het meervoud van:
laars
A
larsen
B
laarzen
C
laarsen
Slide 17 - Quiz
Wat is het meervoud van:
vinger
Slide 18 - Open question
Wat is het meervoud van:
grens
Slide 19 - Open question
Wat is het meervoud van:
mand
Slide 20 - Open question
Bijvoeglijk naamwoord (hoe)
Slide 21 - Slide
Welke bijvoeglijke
naamwoorden ken je?
Slide 22 - Mind map
Het boek is groot
Het ...... boek
A
groot
B
groote
C
grote
D
grotte
Slide 23 - Quiz
De vrouw is doof
De ...... vrouw
A
doofe
B
dove
C
doove
D
doffe
Slide 24 - Quiz
De jas is rood
de ..... jas
A
roode
B
rodde
C
rode
D
roote
Slide 25 - Quiz
De man is boos
de .... man
A
bose
B
booze
C
bozze
D
boze
Slide 26 - Quiz
De flat is hoog
de .... flat
A
hoge
B
hooge
C
hogge
D
hoog
Slide 27 - Quiz
De kast is wit
de .... kast
A
wit
B
wite
C
witte
D
wiete
Slide 28 - Quiz
De jurk is lang
de .... jurk
A
lang
B
lange
C
laange
D
langge
Slide 29 - Quiz
De fles is vol
de ...... fles
A
vol
B
vool
C
voole
D
volle
Slide 30 - Quiz
De man is groot
de .... man
A
grote
B
groote
C
grotte
D
grootte
Slide 31 - Quiz
De leeuw is sterk
de ..... leeuw
A
sterk
B
sterke
C
sterkke
D
strekke
Slide 32 - Quiz
Het meisje is mooi
Het ..... meisje
Slide 33 - Open question
De man is kaal
De ..... man
Slide 34 - Open question
De olifant is grijs
De ..... olifant
Slide 35 - Open question
Verkleinwoorden
Slide 36 - Slide
welke verkleinwoorden ken je
Slide 37 - Mind map
verkleinwoord van bank
A
bankpje
B
bankjes
C
banktje
D
bankje
Slide 38 - Quiz
verkleinwoord van vis
Slide 39 - Mind map
verkleinwoord van peer
Slide 40 - Mind map
verkleinwoord van trein
Slide 41 - Mind map
En clown heeft een ...... op
A
heod
B
huid
C
hoed
D
hoef
Slide 42 - Quiz
More lessons like this
Herhaling grammatica
January 2021
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
NT2 Bijvoeglijke naamwoorden (les 12 Basisgrammatica)
April 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
NT2 Bijvoeglijke naamwoorden (les 12 Basisgrammatica)
March 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
NT2 Bijvoeglijke naamwoorden (les 12 Basisgrammatica)
February 2018
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
NT2 Bijvoeglijke naamwoorden (les 12 Basisgrammatica)
November 2024
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
NT2 Bijvoeglijke naamwoorden (les 12 Basisgrammatica)
November 2024
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
NT2 Bijvoeglijke naamwoorden (les 12 Basisgrammatica)
March 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
nieuwsbegrip actie voeren
October 2022
- Lesson with
36 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2