This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Stijlfiguren en beeldspraak
Herhaling begrippen poëzie 6V
Slide 1 - Slide
Wat is het verschil tussen beeldspraak en stijlfiguren?
Slide 2 - Open question
Stijlfiguren zijn formuleringen die gebruikt worden om bij jou als lezer een effect te bereiken.
Bijvoorbeeld: iets uitvergroten of juist verkleinen, je na laten denken of je laten lachen.
Zoals: antithese (tegenstelling), hyperbool, paradox, de retorische vraag, ironie
Slide 3 - Slide
Beeldspraak : figuurlijk taalgebruik, alles wat niet letterlijk bedoeld wordt
vergelijking
metafoor
personificatie
synesthesie
metonymia
Slide 4 - Slide
Record
Mijn tweede vrouw
is zó snel
weggelopen
dat zij de eerste
nog heeft
ingehaald
Slide 5 - Slide
De metafoor
Een metafoor is een vorm van beeldspraak: je gebruikt een woord of beeld als vervanging voor iets anders, waarmee het een overeenkomst vertoont. Zo is het schip der woestijn een metafoor voor een kameel: de kameel wordt vergeleken met een schip.
Slide 6 - Slide
Terugblik in een glas jenever
'k Had een sprookjeshuwelijk
achteraf beschouwd.
Maar ik was alleen
met de heks getrouwd.
Slide 7 - Slide
Een vorm van metafoor: personificatie
Een levenloos iets wordt door middel van een beeld voorgesteld als levend wezen:
"Een slapende vulkaan kwam tot leven"
"De bomen fluisteren zachtjes haar naam"
Slide 8 - Slide
Een vorm van metafoor: synesthesie
Twee zintuigelijke gewaarwordingen worden met elkaar gecombineerd:
"Schreeuwende kleuren"
"Bittere woorden"
"Warme stem"
Slide 9 - Slide
Metonymia
Bij een metonymia wordt alleen een beeld genoemd, maar is er nog wel sprake van een relatie met het object. Die relatie is geen overeenkomst (zoals bij de soorten metaforen), maar bijv. stof-object, deel-geheel, maker-voorwerp
Slide 10 - Slide
Metonymia
Voorbeeld:
Nederland won met 3-0 van Duitsland.
Ik lust nog wel een kopje.
Slide 11 - Slide
Metonymia
Metonymia: verband tussen object en beeld
deel-geheel
Neem maar een bloemetje mee.
geheel-deel
Nederland won van Italië.
producent-product
Pak jij mijn Nikes uit de kast?
eigenschap-persoon
Wat een lachebek!
materiaal-voorwerp
Hij trapte het leer tussen de doelpalen.
voorwerp-inhoud
Geef mij nog een glaasje.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Vergelijkingen
Een vergelijking is een vorm van beeldspraak.
Dat betekent dat je iets beschrijft door het te vergelijken met iets anders.
Het beeld en de werkelijkheid staan beide in de zin
De meest bekende vergelijkingen zijn de vaste vergelijkingen: