Hoofdstuk 37+38

Hoofdstuk 37+38
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 30 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 37+38

Slide 1 - Slide

Vragen
Hoofdstuk 25 t/m 36???

Slide 2 - Slide

Hoofdstuk 37:
Algemene regels
Modellen
EBIT(DA)
DuPont-schema

Hoofdstuk 38:
Current ratio
 Quick ratio
 Cashflow
Solvabiliteitskengetallen
Hoofdstuk 37:
Algemene regels
Modellen
EBIT(DA)
DuPont-schema

Hoofdstuk 38:
Current ratio
 Quick ratio
 Cashflow
Solvabiliteitskengetallen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Toelichting W&V rekening
  • waarderingsgrondslagen
  • systeem van afschrijving
  • specificatie van overheadkosten
                 * omvang salarissen
                 * omvang sociale lasten
                 * de pensioenlasten
                 * bezoldiging directie/commissarissen


Slide 5 - Slide

Modellen winst en verliesrekening
Gecomprimeerd - toepassing binnen handelsonderneming 

Categoriale (=soorten) kostensplitsing


Slide 6 - Slide

 Modellen
Financieringsresultaat
Functionele kostensplitsing
Handelsonderneming/ dienstverlening

Slide 7 - Slide

33.2 Modellen

Slide 8 - Slide

Modellen 
Model E = categoriaal
- kosten worden opgenomen per categorie
Model F = functioneel
- kosten worden toegewezen aan onderdeel waar deze betrekking op hebben (productie, verkoop of aan algemeen als dit niet specifiek toe te wijzen valt 

Slide 9 - Slide

Regels overzicht
  • Omzet > Netto-omzet (na aftrek kortingen)
  • Kostprijs van de omzet > Inkoopwaarde incl. inkoopkosten
  • Brutowinst > Bruto-omzetresultaat
  • Overheadkosten > splitsen in algemene en verkoopkosten
  • Financieringsresultaat > Interestkosten en interestopbrengsten apart vermeldent



Slide 10 - Slide

EBIT
Earnings                                     EBIT: winst voor rente en belasting 
Before                           
Interest                                
Taxes                                                                                
=  bedrijfsresultaat (nettowinst) zonder invloed van gemaakte keuzes m.b.t.
financieringsstructuur en (lokale) belastingheffing 

Slide 11 - Slide

EBITDA 
Earnings                                      
Before                                                                
Interest                                            
Taxes                                               
Depreciation                                   
Amortization                                    
EBITDA: winst vóór aftrek van: rente, belasting, afschrijving vaste activa en afwaardering/afschrijving van immateriële vaste activa (amortization).  

Slide 12 - Slide

EBIT en EBITDA

Slide 13 - Slide

DuPont Schema
Het DuPont schema is een bedrijfseconomische analyse van de winstgevendheid (ook wel: rentabiliteit) van het totale vermogen van een onderneming.

Slide 14 - Slide

= EBIT

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Kengetallen (verhoudingscijfers)
current ratio, quick ratio,  cashflow, solvabiliteit

Slide 17 - Slide

Liquiditeit & Solvabiliteit

Slide 18 - Slide

Liquiditeit versus solvabiliteit
  • Slechte liquiditeit betekent niet automatisch een slechte solvabiliteit 
  • Slechte liquiditeit is bedreigender voor de onderneming dan een slechte solvabiliteit.

Slide 19 - Slide

Current ratio
Kan een onderneming op korte termijn aan verplichtingen voldoen? 




Norm van voldoende liquiditeit wisselt per ondernemingssoort


Slide 20 - Slide

Quick ratio
Kan een onderneming op zeer korte termijn aan verplichtingen voldoen? 


Slide 21 - Slide

IJzeren voorraad en debiteurenkern
IJzeren voorraad: minimale omvang van de voorraad waarover de onderneming altijd moet kunnen beschikken.  

Debiteurenkern: bedrag wat minimaal altijd onder debiteuren uit zal staan

Worden indien bekend in mindering gebracht op vlottende activa bij berekening current- en quick ratio (zijn in wezen vaste activa)


Slide 22 - Slide

Aandachtspunten beoordeling
  • Zijn debiteuren kredietwaardig?
  • Wat is de looptijd van vlottende activa?
  • Wat is de looptijd van schulden op korte termijn?
  • Welk deel van goederenvoorraad is incourant?
  • Hoe groot is de kredietruimte bij de bank?

Slide 23 - Slide

Belangrijk om te onthouden...
De beoordeling van de liquiditeit heeft een aantal beperkingen:
  1. Een balans is een momentopname
  2. Uit een balans kunnen we niet opmaken op welk tijdstip de betalingen en ontvangsten moeten plaatsvinden
  3. In een balans staat niet hoeveel geld we nog bij de bank kunnen lenen


Slide 24 - Slide

Cashflow 
Cashflow = Resultaat Na Belasting + Afschrijvingen
of
Cashflow = Ingaande geldstroom - uitgaande geldstroom

De cashflow per aandeel: cashflow : aantal geplaatste aandelen


Slide 25 - Slide

Solvabiliteit
De mate waarin een onderneming op lange termijn aan haar financiële verplichtingen kan voldoen 





ad. 1 en 2: uitkomst 1 is altijd 100% hoger dan uitkomst 2 

Slide 26 - Slide

Solvabiliteitseis
Financiers stellen vaak een solvabiliteitseis. Deze begrenst de leencapaciteit van de onderneming en/ of bepaalt het rentepercentage.  






Slide 27 - Slide

Solvabiliteit
  • Beoordelen of de onderneming aan alle verplichtingen kan voldoen:
  • op basis van 'going concern' : waardering activa volgens de balans (uitgangspunt: de onderneming blijft bestaan)
  • op basis van de liquidatiewaarde: waardering activa tegen executiewaarde (uitgangspunt: de onderneming wordt opgeheven)

Slide 28 - Slide

samen maken
z37.2/e38.2

Slide 29 - Slide

maken in de les/huiswerk
z37.1/e37.1/e37.2/e37.3/e37.4
z38.1/z38.2/e38.1/e38.3

Slide 30 - Slide