This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Welkom bij...
Schooljaar 2024 - 2025
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Deze les:
- Terugblik 1.2 practicum en theorie
- Introductie leerdoelen 1.3
- Zelfstandig bezig
Slide 4 - Slide
Leerdoelen 1.2
1. Ken je de vier organen en taken van een plant? 2. Kun je de zes onderdelen van een plantencel benoemen met hun bijbehorende taak? 3. Kun je aangeven hoe kruidachtige planten en houtachtige planten aan hun stevigheid komen en daarbij een voorbeeldplant noemen? 4. Ken je het voorbeeld van de grootste en kleinste plant?
boek blz
18 - 24
Slide 5 - Slide
Tekenen
Waarnemingen kan je tekenen
Een dier of plant, maar ook een onderdeel er van
Natuurgetrouw (‘net echt’)
Schematisch (simpel, zwart/wit met namen van onderdelen)
Slide 6 - Slide
Tekenen (2)
Waarnemingen kan je tekenen
Een dier of plant, maar ook een onderdeel er van
Natuurgetrouw (‘net echt’)
Schematisch (simpel, zwart/wit met namen van onderdelen)
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Wat is fout?
Slide 12 - Slide
Controleren
- Tekening bijna beeldvullend
- Strakke lijnen, niet schetsen
- Niet inkleuren
- Rondjes dichtmaken
- Onderdelen benoemen met recht horizontalen lijnen
- Kaders wel met geodriehoek, tekening niet
Slide 13 - Slide
Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven?
Celwand
Celkern
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Vacuole
Slide 14 - Drag question
Wat is de functie van de vacuole? Sleep het juiste antwoord naar het vinkje
Stroperige vloeistof waarin alle celorganellen liggen
Bepaalt welke stoffen de cel in en uit mogen
Regelt wat er in de cel gebeurt
Met vocht gevuld blaasje dat stevigheid geeft aan de cel
Geeft stevigheid
Slide 15 - Drag question
Bekijk de afbeelding hiernaast (klik erop).
Leg uit of dit een kruidachtige of houtachtige plant is.
Slide 16 - Open question
Leerdoelen 1.3
1. Ken je de bouw van een dier van groot naar klein (van organisme tot cel)
en kun je er een voorbeeld bij geven?
2. Ken je de drie onderdelen van een dierlijke cel benoemen met hun
bijbehorende taak.
boek blz
25 - 30
Slide 17 - Slide
. Ken je de bouw van een dier van groot naar klein (van organisme tot cel) en kun je er een voorbeeld bij geven?
boek blz
26
Slide 18 - Slide
Zet de juiste woorden en plaatjes bij elkaar, ga van groot naar klein.
Woord
Plaatje
orgaan
weefsel
organimse
cel
organen-
stelsel
Slide 19 - Drag question
.2. Ken je de drie onderdelen van een dierlijke cel benoemen met hun bijbehorende taak?
boek blz
29
Slide 20 - Slide
De dierlijke cel bestaat uit een celmembraam, cytoplasma en een celkern.
Wat is de functie van de 3 onderdelen?
Slide 21 - Open question
Slide 22 - Video
Welke onderdelen komen wel in een plantencel en niet in een dierlijke-cel voor?
Slide 23 - Open question
Juna zegt: Doordat de celwand zo stevig is is een plant moeilijk te verteren en moet een koe er lang op kauwen.
Tigo zegt: De koe kan gras verteren omdat er bacteriën, schimmels en eencellige diertjes in zijn magen helpen om de celwand af te breken.