Klas 2HA1 Lesweek 23 - Les 2 + 3

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Kapitel  vier

Achtung:

Du sitzt auf deinem eigenen Platz.

Auf deinem Tisch liegen:

dein Buch, dein Heft, dein Etui, dein Laptop (kladiladi)

mehrsprachiger Mittwoch

Heute -> mehrsprachiger Mittwoch.

Ich spreche (fast) nur Deutsch.

Was macht ihr heute?

•  Wichtig!

• Hausaufgaben kontrolieren

• Quizziz + extra oefenen

• Lesen

• Pause

• Grammatik -> das Partizip

• Selbständig arbeiten

• Pictionary

• Die Stunde beenden

Was lernst du diese Stunde?

 

 .

Ich kann das Verb im Präsens bilden und benutzen.

Ich kann einen einfachen Text zum Thema Tiere verstehen.

Ich kann das Partizip (voltooid deelwoord) bilden und benutzen.

Ich übe die Wörter zum Thema Tiere.

Wichtig! (belangrijk!)

• Verstoor je de les -> naam op het bord + streepje 
• Verstoor je de les nog een keer -> 2e streepje.
• Verstoor je de les nog een keer -> de klas heeft teveel last van jou. Je gaat uit het lokaal. Je komt aan het einde van de les terug en wij maken een afspraak wanneer je de les gaat inhalen (dat is overigens altijd op vrijdagmiddag).

Die Hausaufgaben

HA Buch	VWO Buch
Lernen: Lernliste N-D Grammatik Machen: S. 119 -> Aufgabe 19, 20, 21, 23 Uitlegvideo kijken op NK online.	Lernen: Lernliste N-D Grammatik Machen: S. 119 -> Aufgabe 19, 20, 22, 24 Uitlegvideo kijken op NK online.

Was weißt du schon?

- Log in bij Quizizz

- Je gebruikt je eigen voor- en achternaam

- Du hast 2 Minuten

- Nur Quizizz ist offen.

- Fertig? Laptop -> kladiladi

Log in bij:

Joinmyquiz.com

Extra oefenen oder Sprachmittel

Quizizz minder dan 70%	Quizizz 70% of meer goed?
Oefenen met werkwoord in de tegenwoordige tijd (1 tm 15) De 1e zin doen we samen. 10 Minuten	Seite 126 Sprachmittel Notieren und übersetzen in dein Heft. 10 Minuten

Lesen / Strategie

Bevor du anfangst mit dem Lesen.

1. 

1.	Titel
2.	Afbeeldingen
3.	Tussenkopjes
4.	Soort tekst
5.	Wat moet je doen met de tekst

Lesen

- Ӧffne dein Buch auf Seite 137.

- We lezen samen de Lernliste D-N D Lesen. Ik lees voor en jullie lezen mee.

- Ik vraag naar de Nederlandse betekenis van de Duitse zin.

- Als je het weet -> vinger opsteken.

Lesen

- Seite 114 -> Tierische Rekorde

- Volg eerst de stappen van de leesstrategie

- Lees de tekst en beantwoord de vragen.

- Na 5 minuten:

- Welke belangrijke woorden ken je niet?

- Maak de zelfstandig Aufgabe 14 + 15 + 16

- Gebruik een antwoordenboekje om na te kijken.

- Fertig? Hausaufgaben machen 

5 Minuten 

Was macht ihr heute?

• Grammatik -> das Partizip

• Selbständig arbeiten

• Pictionary

• Die Stunde beenden

het voltooid deelwoord (Nederlands)

het voltooid deelwoord (Nederlands)

das Partizip der schwachen Verben

das Partizip der schwachen Verben

das Partizip der starken Verben

Die Hausaufgaben

HA Buch	VWO Buch
Lernen: Lernliste N-D Grammatik Machen: S. 121 -> Aufgabe 24, 25, 26, 28. 27 mag je maken, hoeft niet.	Lernen: Lernliste N-D Grammatik Machen: S. 122 -> Aufgabe 25, 26, 27

ein Spiel: Tiere zeichnen

Benodigdheden: papier, potlood/ pen, Lernliste N-D (S. 136)

Ga met jouw groepje bij elkaar zitten.

Kies een dier van de stapel -> teken het dier -> de andere leden van jouw groepje moeten het dier raden (auf Deutsch) -> je mag je Lernliste gebruiken -> het groepje dat in 5 min de meeste dieren heeft geraden heeft gewonnen.

Was lernst du diese Stunde?

 

 .

Ich kann das Verb im Präsens bilden und benutzen.

Ich kann einen einfachen Text zum Thema Tiere verstehen.

Ich kann das Partizip (voltooid deelwoord) bilden und benutzen.

Ich übe die Wörter zum Thema Tiere.

Schönes Wochende

Viel Spaß in Amsterdam

Wir sehen uns 

nächste Woche Freitag

idewis + ESTTENTEN

ich	i	e
du	d	st
er / sie / es	e	t
wir	w	en
ihr	i	t
sie / Sie	s	en

E-ST-T-EN-T-EN regel

Stap 1: stam -> knip -en eraf.

Stap 2: vind het idewis woord in de zin.

Stap 3: plak de juiste uitgang achter de stam.

i	e
d	st
e	t
w	en
i	t
s	en

reisen

heißen

schützen

ich	reis	e
du	reis	s t
er / sie / es	reist	t
wir	reis	en
ihr	reis	t
sie / Sie	reis	en

Werkwoorden met stam op s-klank / s, ss, ß, x of z

antworten

reden

ich	red	e
du	red	e st
er / sie / es	red	e t
wir	red	en
ihr	red	e t
sie / Sie	red	en

Werkwoorden met stam -d of -t