Situatie: Je studeert in Duitsland en een Duitse vriend komt op bezoek.1. Zorg voor een passende aanhef en zeg dat je het leuk vindt dat hij op bezoek komt;
2. Je stelt voor om elkaar te ontmoeten op x-datum, om x-tijd, x-plaats
3. Beschrijf aan de hand van het reisschema (bron 1) hoe hij met de trein naar X moet komen (Hoe laat de trein vertrekt, vanaf welk spoor (Gl. - Gleis), waar hij moet overstappen, hoe laat hij in X aankomt);
4. Beschrijf de weg die hij lopend moet afleggen met behulp van de kaart, bepaal zelf een logische route (bron 2);
5. Zorg voor een passende afsluiting en groet.