Werkwoordspelling, 18-01-2021

We hebben gisteren heerlijk....
A
gewandelt
B
gewandeld
C
gewandeldt
D
wandelen
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
SpellingBasisschoolGroep 8

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

We hebben gisteren heerlijk....
A
gewandelt
B
gewandeld
C
gewandeldt
D
wandelen

Slide 1 - Quiz

Gewandeld is een...
A
persoonsvorm
B
onderwerp
C
deelwoord
D
gezegde

Slide 2 - Quiz

In de tegenwoordige tijd komt er na de hij/zij vorm altijd een...
A
t
B
d
C
en
D
dt

Slide 3 - Quiz

Bij een deelwoord kun je de regel van 't kofschip gebruiken
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Het wondje jeukte heel erg, daarom heeft ze er aan...
A
gekrabt
B
gekrabdt
C
gekrabd
D
krabt

Slide 5 - Quiz

de woordenboekvorm is hetzelfde als het hele werkwoord
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Gert moest gisteren voetballen. Gert is...
A
het gezegde
B
het onderwerp
C
de persoonvorm
D
het deelwoord

Slide 7 - Quiz

Tijdens het thuiswerken missen we elkaar wel op school. Het gezegde:
A
missen elkaar
B
op school
C
missen
D
tijdens

Slide 8 - Quiz

Het gezegde is...
A
de persoonvorm in de zin
B
alle werkwoorden in de zin
C
wie iets doet
D
wat diegene doet

Slide 9 - Quiz

Gea en Cor hebben een nieuw huis gebouwd. Het gezegde:
A
hebben
B
Gea en Cor
C
hebben gebouwd
D
gebouwd

Slide 10 - Quiz

De persoonsvorm vind je door...
A
te vragen wie
B
de zin vragend te maken, pv staat dan vooraan
C
vragen wat ze doen
D
wie/wat + gezegde + onderwerp

Slide 11 - Quiz

Het onderwerp...
A
is altijd één persoon
B
is de plaats waar het is
C
wie is doet
D
wat iemand doet

Slide 12 - Quiz

Jip en Janneke zijn buren van elkaar. Het onderwerp...
A
Jip
B
Janneke
C
buren
D
Jip en Janneke

Slide 13 - Quiz

Zij wil altijd alles beslissen! Het onderwerp...
A
zij
B
beslissen
C
wil beslissen
D
altijd

Slide 14 - Quiz

Het lijdend voorwerp vind je...
A
vragen wie doet er iets
B
wat doet iemand
C
wie/wat + onderwerp + gezegde
D
staat vaak aan het eind van de zin

Slide 15 - Quiz

Die prachtige ketting heb ik aan oma gegeven. Het lv...
A
oma
B
heb gegeven
C
ketting
D
prachtige ketting

Slide 16 - Quiz

In de bibliotheek las ik een heel spannend boek. Het lv...
A
bibliotheek
B
heel spannend boek
C
boek
D
las

Slide 17 - Quiz

Het meewerkend voorwerp...
A
aan wie of voor wie
B
wie + gezegde + onderwerp
C
wat + gezegde + onderwerp
D
is altijd een voorwerp

Slide 18 - Quiz

Omdat opa de trein zo mooi vond gaf ik het aan hem. Het mv...
A
opa
B
de trein
C
aan hem
D
gaf

Slide 19 - Quiz

Karola is vandaag jarig, ik gaf haar een mooie bos rozen. Het mv...
A
Karola
B
mooi bos rozen
C
jarig
D
haar

Slide 20 - Quiz

Wie heeft er nu eigenlijk tegen wie...
A
geschreeuwd
B
geschreeuwt
C
schreeuwen
D
geschreeuwdt

Slide 21 - Quiz

Voor de coronatijd gingen we vaak op vakantie naar Oostenrijk. Het gezegde...
A
coronatijd
B
gingen
C
gingen vakantie
D
Oostenrijk

Slide 22 - Quiz

Groep 8 en juf Andrea willen graag weer naar school. Het onderwerp..
A
Groep 8
B
juf Andrea
C
Groep 8 & juf Andrea
D
willen

Slide 23 - Quiz

Aan het begin van het schooljaar deelde juf alle schriften uit. Het lv...
A
het schooljaar
B
alle schriften
C
juf
D
deelde uit

Slide 24 - Quiz

Aanstaande vrijdag geeft juf alle kinderen uit groep 8 een aantal toetsen. Het mv...
A
geeft toetsen
B
alle kinderen
C
groep 8
D
een aantal toetsen

Slide 25 - Quiz