Literaire begrippen 2HV ECL 2

Welkom 2HV
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,4

This lesson contains 22 slides, with text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom 2HV

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

taalvoutje
Begrijp jij wat er staat? 
Hoe zou jij de tekst verbeteren?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

programma
  • lezen 
  • zes literaire begrippen 
  • literaire begrippen: verdiepen, voorbeeld 
  • wat neem je mee?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

lesdoel
  • smartpark is uitgelezen
  • je bent gestart met onderzoek naar literaire begrippen 




Slide 4 - Slide

This item has no instructions

voorbeeld literaire begrippen: spanning
  • Geen enkele verhaal kan zonder spanning.
  • Spanning om de lezer nieuwsgierig te maken, om de lezer mee te laten voelen met een personage, etc.
  • Als schrijver kan je op verschillende manieren 'spelen' met spanning.


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

technieken uit filmpjes
Ook door middel van elementen zoals open plekken creëren in het verhaal, het gebruik van flashbacks en flashforwards, het goed gebruiken van vertelperspectief, spelen met de ruimte-elementen en het einde (open/gesloten), wordt er vaak spanning gecreëerd. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

voorbeeld literaire begrippen: spanning
opdracht(je):
Welke technieken van spanning herken jij in het boek Smartpark?


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

verdeling zes literaire begrippen 2HVd
  1. personages: team Olivier
  2. tijd: team Emma (voorin)
  3. ruimte (en handeling): team Lotte
  4. spanning: team Sam 
  5. perspectief: team Babet
  6. thema (en stijl): team Kick

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

verdeling zes literaire begrippen 2HVa
  1. personages: team 
  2. tijd: team 
  3. ruimte (en handeling): team 
  4. spanning: team
  5. perspectief: team 
  6. thema (en stijl): team 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

verdieping: zes literaire begrippen
Iedere groep verdiept zich in een literair begrip; jullie worden experts. 
Iedere groep gaat dit presenteren aan de klas. 
Wat ga je presenteren?
- wat betekent het begrip? 
- je geeft uitleg in eigen woorden
- je geeft voorbeelden om het begrip beter te kunnen begrijpen
- je verbindt er een oefening/opdracht aan, die je voorlegt aan de klas

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

voorbeeld uitleg literaire begrippen: personages
Fictieve personen in een verhaal: personages
Wat kom je te weten van hen?
Je krijgt informatie: uiterlijke én innerlijke kenmerken 
Hoe? 
Door acties van het personages, zijn/haar gedachtes, wat andere personages vertellen, wat de verteller aan info geeft. 


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

lesdoel

Wat neem jij mee van deze les?  
(figuurlijk taalgebruik)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Bedankt en tot de volgende les!

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

literaire begrippen: personages
Hoofdpersoon (Protagonist)
probleem
Tegenstander
(Antagonist)

helper of nevenfiguur
afzijdigen/figuranten

Slide 16 - Slide

hoofdpersonage heeft een probleem, doel in het verhaal: oplossing voor het probleem
tegenstander is het probleem of veroorzaakt het probleem
helper/nevenfiguur helpt bij oplossen van het probleem
figuranten/afzijdigen: wel rol in het verhaal, niet betrokken bij het probleem

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

filmpjes
uitleg literaire begrippen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions