Literaire begrippen 2HV ECL 1

Welkom 2HV
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,4

This lesson contains 19 slides, with text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom 2HV

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

spreekwoorden/uitdrukkingen
Eva had gehoord dat de tegenstanders soms ruw speelden, dus ze was erg op haar....

1. hoede
2. vermoeden
3. woede

Slide 2 - Slide

De uitdrukking is 'op je hoede zijn'.
Als je op je hoede bent, dan weet je dat je ergens voor moet oppassen. Je bent dus voorzichtig.
Hoede is een oud woord en dat 'bescherming' en 'aandacht' betekent. Denk ook aan het werkwoord behoeden dat 'beschermen' betekent.
programma
  • lezen 
  • zes literaire begrippen 
  • literaire begrippen: verdiepen, voorbeeld 
  • wat neem je mee?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

lesdoel
  • smartpark is uitgelezen
  • je bent gestart met onderzoek naar literaire begrippen 




Slide 4 - Slide

This item has no instructions

verdieping: zes literaire begrippen
  1. personages
  2. tijd
  3. ruimte (en handeling)
  4. spanning 
  5. perspectief
  6. thema (en stijl)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

verdieping: zes literaire begrippen
Iedere groep verdiept zich in een literair begrip; jullie worden experts. 
Iedere groep gaat dit presenteren aan de klas. 
Wat ga je presenteren?
- wat betekent het begrip? 
- je geeft uitleg in eigen woorden
- je geeft voorbeelden om het begrip beter te kunnen begrijpen
- je verbindt er een oefening/opdracht aan, die je voorlegt aan de klas

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

voorbeeld uitleg literaire begrippen: personages
Fictieve personen in een verhaal: personages
Wat kom je te weten van hen?
Je krijgt informatie: uiterlijke én innerlijke kenmerken 
Hoe? 
Door acties van het personages, zijn/haar gedachtes, wat andere personages vertellen, wat de verteller aan info geeft. 


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

literaire begrippen: personages
Hoofdpersoon (Protagonist)
probleem
Tegenstander
(Antagonist)

helper of nevenfiguur
afzijdigen/figuranten

Slide 9 - Slide

hoofdpersonage heeft een probleem, doel in het verhaal: oplossing voor het probleem
tegenstander is het probleem of veroorzaakt het probleem
helper/nevenfiguur helpt bij oplossen van het probleem
figuranten/afzijdigen: wel rol in het verhaal, niet betrokken bij het probleem

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

voorbeeld literaire begrippen: personages
opdracht(je):
Welke verhaalfiguur boeide jou het meest in Smartpark? 
Wat weet je allemaal van dit personage?


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wie doet wat?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

lesdoel

Wat neem jij mee van deze les?  
(figuurlijk taalgebruik)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Bedankt en tot woensdag

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

filmpjes
uitleg literaire begrippen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions