This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.
Items in this lesson
BS 3: Landbouw in Nederland
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Je kunt de kenmerken noemen van de gangbare landbouw en je kent vormen van landbouw waarbij minder stoffen worden toegevoegd aan het milieu.
Slide 2 - Slide
0
Slide 3 - Video
Verkleinen monoculturen de kans op insectenplagen?
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quiz
Wordt op grote akkerbouwbedrijven voornamelijk stalmest gebruikt om het land te bemesten?
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quiz
Hier staan twee beweringen over biologische landbouw. 1 Biologische landbouw is beter voor het milieu dan de gangbare landbouw. 2 In de biologische landbouw is veel aandacht voor het welzijn van dieren.
Welke bewering(en) is (zijn) juist?
A
Bewering 1 is juist
B
Bewering 2 is juist
C
Beide beweringen zijn juist
D
Beide beweringen zijn onjuist
Slide 6 - Quiz
Vier landbouwmethoden in Nederland zijn de intensieve akkerbouw, de biologische landbouw, de intensieve veehouderij en de intensieve tuinbouw.
Voor welke van deze landbouwmethoden geldt dat de producten meestal iets duurder zijn dan de producten van de andere landbouwmethoden?
A
Voor de intensieve akkerbouw.
B
Voor de biologische landbouw.
C
Voor de intensieve veehouderij.
D
Voor de intensieve tuinbouw.
Slide 7 - Quiz
Waar wordt het landoppervlak in Nederland vooral voor gebruikt?
A
steden en dorpen
B
infrastructuur (wegen)
C
landbouw en veeteelt
D
bossen, heide, vennen enz.
Slide 8 - Quiz
0
Slide 9 - Video
Huiswerk
Lezen BS 3
Maken opdrachten BS 3 online.
Slide 10 - Slide
BS 4: Energie
Slide 11 - Slide
Leerdoel
Je kunt de belangrijkste energiebronnen noemen met hun voordelen en nadelen.
Slide 12 - Slide
0
Slide 13 - Video
Welke energie is eigenlijk opgeslagen in fossiele brandstoffen?
Slide 14 - Open question
Welke duurzame energiebron gebruiken wij het meest?
A
Wind energie
B
Zonne-energie
C
Biomassa
D
Aardolie
Slide 15 - Quiz
Twee uitspraken over kernenergie. 1 Kernenergie is duurzame energie. 2 Bij gebruik van kernenergie ontstaat luchtverontreiniging.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Allebei zijn juist
D
Beide zijn onjuist
Slide 16 - Quiz
Duurzame energie noemen we ook wel...
A
Rode energie
B
Gele energie
C
Blauwe energie
D
Groene energie
Slide 17 - Quiz
Welke duurzame energiebron zie je hier?
A
Wind-energie
B
Kern-energie
C
Zonne-energie
D
Waterkracht-energie
Slide 18 - Quiz
Wat is geen vorm van duurzame energie?
A
Zonne energie
B
Wind energie
C
Energie uit biomassa
D
Energie uit fossiele brandstoffen
Slide 19 - Quiz
Wat zal de energie van de toekomst zijn?
A
Fossiele brandstoffen
B
Duurzame energie
Slide 20 - Quiz
Welke duurzame energiebron zie je hier?
A
Kernenergie
B
Waterkracht
C
Zonne-energie
D
Windenergie
Slide 21 - Quiz
Wat is kernenergie?
A
Kernenergie is energie die wordt gemaakt door uranium te splitsen
B
Kernenergie bestaat nog niet
C
Kernenergie ontstaat door naar de naar de kern te graven van de aarde
D
Kernenergie is energie die wordt gemaakt met steenkool
Slide 22 - Quiz
Lpg (autogas) is een brandstof die ontstaat bij de productie van benzine. Bij de meeste benzinestations kun je lpg, benzine en diesel tanken (zie de afbeelding). Welke van deze brandstoffen zijn fossiele brandstoffen?
A
Alleen benzine en diesel
B
Alleen benzine en lpg
C
Alleen diesel en lpg
D
Benzine, diesel en lpg
Slide 23 - Quiz
Laatste kennis vraag: Wat is een nadeel van kernenergie?
A
Je hebt maar weinig uranium nodig.
B
Bij de productie van kernenergie wordt geen CO2 uitgestoten.
C
Kernenergie vermindert de afhankelijkheid van andere (fossiele) brandstoffen.
D
Bij het opwekken van kernenergie ontstaat radioactief afval.
Slide 24 - Quiz
Extra uitleg video's
Zondag met Lubach: kernenergie
Energie besparen in huis
Er was eens.. de AARDE - 06 De Uitputting van EnergieBronnen
Er was eens.. de AARDE - 21 Hernieuwbare EnergieBronnen