Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
Na deze les weet je wat de hoofdgedachte van een tekst is en kun je de inleiding en het slot herkennen.
Filmpje NN blz. 91
This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.
Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
Na deze les weet je wat de hoofdgedachte van een tekst is en kun je de inleiding en het slot herkennen.
Filmpje NN blz. 91
Je bekijkt de tekst en je leest de eerste alinea
Wat doe je als je de tekst bekijkt?
- Tekst bekijken: kijk naar de titel/illustraties/ tussenkopjes/ anders gedrukte woorden( vet, cursief, GROOT, gekleurd)
- Inleiding lezen: eerste (soms ook de tweede alinea).
Het eerste deel van een tekst is de inleiding. Hierin wordt duidelijk wat het onderwerp van de tekst is.
Vaak gebeurt dat met een voorbeeld of een grappig verhaaltje (anekdote). De inleiding bevat een aandachtstrekker, die de lezer nieuwsgierig maakt naar de rest van de tekst.
Het laatste deel van een tekst is het slot. Meestal wordt het belangrijkste uit de tekst hier kort herhaald.
Soms wordt in het slot ook naar de toekomst gekeken of wordt er aangehaakt bij de inleiding, zodat het verhaal mooi ‘rond’ is.
Bij nieuwsberichten ontbreekt vaak een slot. In deze berichten staat het belangrijkste altijd in het eerste deel van de tekst. Het tweede deel geeft extra informatie.
De hoofdgedachte van een tekst is één volledige zin, die samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.
Bij het onderwerp ‘mobiele telefoon’
kan de hoofdgedachte zijn: In Nederland is steeds meer vraag naar tweedehands mobieltjes.
Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?
Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................
We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.