Na deze les weet je wat de hoofdgedachte van een tekst is en kun je de inleiding en het slot herkennen.
Filmpje NN blz. 91
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
Na deze les weet je wat de hoofdgedachte van een tekst is en kun je de inleiding en het slot herkennen.
Filmpje NN blz. 91
Slide 1 - Slide
Wat weten we nog van:
oriënterend lezen=
Je bekijkt de tekst en je leest de eerste alinea
Wat doe je als je de tekst bekijkt?
Slide 2 - Slide
Hoe vind je het onderwerp van een tekst?
- Tekst bekijken: kijk naar de titel/illustraties/ tussenkopjes/ anders gedrukte woorden( vet, cursief, GROOT, gekleurd)
- Inleiding lezen: eerste (soms ook de tweede alinea).
Slide 3 - Slide
Het eerste deel van een tekst is de inleiding. Hierin wordt duidelijk wat het onderwerp van de tekst is.
Vaak gebeurt dat met een voorbeeld of een grappig verhaaltje (anekdote). De inleiding bevat een aandachtstrekker, die de lezer nieuwsgierig maakt naar de rest van de tekst.
Slide 4 - Slide
Globaal lezen=
Je leest dan vooral de eerste en laatste zinnen van alle alinea's in het middestuk (kern) van de tekst.
Slide 5 - Slide
Het laatste deel van een tekst is het slot. Meestal wordt het belangrijkste uit de tekst hier kort herhaald.
Soms wordt in het slot ook naar de toekomst gekeken of wordt er aangehaakt bij de inleiding, zodat het verhaal mooi ‘rond’ is. Bij nieuwsberichten ontbreekt vaak een slot. In deze berichten staat het belangrijkste altijd in het eerste deel van de tekst. Het tweede deel geeft extra informatie.
Slide 6 - Slide
De hoofdgedachte van een tekst is één volledige zin, die samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.
Bij het onderwerp ‘mobiele telefoon’
kan de hoofdgedachte zijn: In Nederland is steeds meer vraag naar tweedehands mobieltjes.
Slide 7 - Slide
De hoofdgedachte staat meestal in de inleiding of in het slot. Soms vind je de hoofdgedachte daar letterlijk, soms moet je zelf een zin formuleren die antwoord geeft op de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?
Om te bepalen wat de hoofdgedachte van een tekst is, moet je de tekst precies lezen. Als je precies leest, lees je de tekst goed van de eerste zin tot en met de laatste zin.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?
Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................
Slide 10 - Slide
Aan de slag
Slide 11 - Slide
Opdracht: in 2 tallen=
Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd? Wat moet je onthouden? Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?
Opdracht: in 2 tallen=
Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd?
Wat moet je onthouden, is belangrijk?
Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?
Wat was het doel van de les en is het doel bereikt?