Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
Na deze les weet je wat de hoofdgedachte van een tekst is en kun je de inleiding en het slot herkennen.
Filmpje NN blz. 91
This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.
Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
Na deze les weet je wat de hoofdgedachte van een tekst is en kun je de inleiding en het slot herkennen.
Filmpje NN blz. 91
Wat gaan we doen?
Terugblik Wat weten we nog van
Je bekijkt de tekst en je leest de eerste alinea
kijk naar de titel
illustraties
tussenkopjes
anders gedrukte woorden( vet, cursief, GROOT, gekleurd)
Het eerste deel van een tekst is de inleiding. Hierin wordt duidelijk wat het onderwerp van de tekst is.
Vaak gebeurt dat met een voorbeeld, een grappig verhaaltje (anekdote),of een bijzondere situatie.
De inleiding bevat een aandachtstrekker, die de lezer nieuwsgierig maakt naar de rest van de tekst.
Het laatste deel van een tekst is het slot. Daar vind je bijvoorbeeld een conclusie of een korte samenvatting.
Meestal wordt het belangrijkste uit de tekst hier kort herhaald.
Soms wordt in het slot ook naar de toekomst gekeken of wordt er aangehaakt bij de inleiding, zodat het verhaal mooi ‘rond’ is.
De hoofdgedachte van een tekst is één volledige zin, die samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.
Bij het onderwerp ‘mobiele telefoon’
kan de hoofdgedachte zijn: In Nederland is steeds meer vraag naar tweedehands mobieltjes.
Bij het onderwerp ‘nieuwjaar’ kan de hoofdgedachte zijn: Wereldwijd bestaan er veel verschillende nieuwjaarstradities.
Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?
Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................