Twee keer directe rede, maar op verschillende manieren. Zie je het verschil?
‘Vergeet de volgende les jullie boeken niet’, zei de docent.
‘Ga je morgen mee winkelen?’, vroeg Lotte aan haar vriendin.
vergelijk met:
De docent zei: 'Vergeet de volgende les jullie boeken niet.'
Lotte vroeg aan haar vriendin: ‘Ga je morgen mee winkelen?’