Werkwoorden quiz (avoir + -er)

Bonjour
1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bonjour

Slide 1 - Slide

Wat is de juiste vertaling van:

Jullie hebben
A
nous avons
B
vous avez
C
tu as
D
ils ont

Slide 2 - Quiz

Wat is de juiste vervoeging van:

Zij vraagt
A
elle demandons
B
il demandes
C
elle demande
D
il demande

Slide 3 - Quiz

Wat is de juiste vertaling van:

ik luister
A
j'écoute
B
je écoute
C
j'écoutes
D
je écoutent

Slide 4 - Quiz

De volgende vraag
Let op:
Je moet de persoonsvorm met de goede vervoeging van het werkwoord combineren.
Sleep de persoonsvorm naar de vervoeging toe.

Slide 5 - Slide

achète
adores
joue
avons
mangez
cherchent
j'
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles

Slide 6 - Drag question

vertaal naar het Nederlands:
il préfére

Slide 7 - Open question

vertaal naar het Nederlands:
nous détestons

Slide 8 - Open question

Wat is de juiste vertaling van:

wij hebben
A
on avons
B
il avez
C
nous avons
D
on a

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste vervoeging van:

zij (mv) - aimer
A
il aiment
B
ils aiment
C
ils aime
D
il aime

Slide 10 - Quiz

LAATSTE VRAAG!

Slide 11 - Slide

Wat is de laatste letter van de vervoeging:

u geeft
A
z
B
s
C
e
D
t

Slide 12 - Quiz