Zakelijk telefoneren

Zakelijk telefoneren
Wat moet je doen, wat moet je laten
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DirectiesecretaresseMBOStudiejaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Zakelijk telefoneren
Wat moet je doen, wat moet je laten

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Binnen hoeveel beltonen moet je de telefoon opnemen?
A
1
B
2/3
C
4
D
5

Slide 3 - Quiz

Hoe neem je op?
A
Groet, eigen naam/naam bedrijf
B
Groet, naam bedrijf/eigen naam
C
Groet, naam bedrijf
D
naam bedrijf en/of eigen naam

Slide 4 - Quiz

Wat moet jij doen als de klant je iets vertelt?

Slide 5 - Mind map

Wanneer mag je een klant in de wacht zetten?
A
Als je iets niet weet
B
Wanneer je nog geen tijd hebt
C
Nadat je gevraagd hebt of dat goed is
D
Wanneer de collega in gesprek is

Slide 6 - Quiz

Hoe lang mag je de klant maximaal in de wacht zetten?
A
15 seconden
B
30 seconden
C
45 seconden
D
60 seconden

Slide 7 - Quiz

Wat verstaan we onder het analyseren van het gesprek?
A
Doorvragen tot je het hele verhaal begrijpt
B
Vaststellen wie belt en voor wie degene belt
C
Het noteren van de gespreksgegevens

Slide 8 - Quiz

Hoe sluit je een telefoongesprek af?
A
Doeg
B
Tot ziens
C
Doei
D
Daag

Slide 9 - Quiz

Wat doe je net voordat je het telefoongesprek gaat afsluiten?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Video

You never get......
a second chance to make a first impression

Slide 12 - Slide

Bereid je voor
Je werkt bij: 
gemeente Hengelo


Slide 13 - Slide

Opdracht in tweetallen: 
Student 1 gaat naar de gang. Hij/zij belt student 2 (in lokaal). Student 2 is de medewerker bij de gemeente. Student 1 is de particulier. 
De klant/student 1 vraagt of zijn/haar paspoort al klaar ligt. Deze heeft hij/zij drie weken geleden besteld en zou binnen enkele dagen klaar zijn. Hij/zij heeft nog geen bericht gehad. 

Student 2 moet dat even opzoeken en zet hem/haar in de wacht. Het paspoort is er en je geeft aan dat de klant het de volgende week op kan komen halen.
Je sluit op de juiste manier af. 

Slide 14 - Slide

en nu:

- Telefoonalfabet leren (zie cum laude)

Week na de vakantie - donderdag:
overhoring telefoonalfabet. Niet goed = -0.5 op je toets  


Slide 15 - Slide