Ongelijkheid in arme en rijke landen

Deze les? 

Herhaling 
Korte uitleg 
Aan de slag!

Maandag 23 september SO paragraaf 2 en 3. 
(lesuur 6)
Je weet: 
1. Hoe je de wereld kunt indelen in centrum, semiperiferie en periferie. 

2. economische activiteiten kunt verdelen in een aantal sectoren. 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Deze les? 

Herhaling 
Korte uitleg 
Aan de slag!

Maandag 23 september SO paragraaf 2 en 3. 
(lesuur 6)
Je weet: 
1. Hoe je de wereld kunt indelen in centrum, semiperiferie en periferie. 

2. economische activiteiten kunt verdelen in een aantal sectoren. 

Slide 1 - Slide

Hoe meet je welvaart?
A
Door het BNP, de VN-welzijnindex en de verdeling van de beroepsbevolking te meten
B
Door de levensverwachting, de koopkracht en de alfabetiseringsgraad te meten
C
Door het BNP
D
Door het BNP, de koopkracht en de beroepsbevolking te meten.

Slide 2 - Quiz

Wat zijn centrum landen
A
De meest onderontwikkelde landen
B
De meest ontwikkelde landen in Afrika
C
De meest ontwikkelde landen in de wereld
D
De meest ontwikkeld landen in de periferie.

Slide 3 - Quiz

Leg het centrum-periferie model uit.

Slide 4 - Open question

Welke 4 sectoren zijn er?
A
Primair, secundair, tertiair en cinqair
B
Primair, secundair, tertiair en quartair
C
Er zijn maar 3 sectoren.

Slide 5 - Quiz

Ongelijkheid
Grote verschillen in welvaart in een land noemen we sociale ongelijkheid. 

10% van de bevolking van Brazilië verdient 45% van het BNP. 

Slide 6 - Slide

Regionale ongelijkheid
Grote verschillen in gebieden in een land noemen we regionale ongelijkheid. 

Tegenstelling Londen en omgeving

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Formele en informele sector
Alles wat meetelt in het BNP is formeel en valt dus onder de formele sector. (hier heeft de overheid zicht op) 

Opbrengsten die je niet terug kan vinden in de officiële statistieken en gegevens noemen we de informele sector. 
Denk aan schoenenpoetsers in India etc. 

Slide 9 - Slide

Aan de slag!
Lezen paragraaf 3 & 4 
Maken opdracht 1 t/m 4 van paragraaf 3!

Slide 10 - Slide