Lesdoel: je herkent de formuleerfouten, kunt ze benoemen en kunt de zinnen verbeteren.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
programma
vrijdag 14 oktober spellingtoets, digitaal
Laatste formuleerfouten
Formuleren 1 dubbelop: Korte uitleg
Oefenen
Lesdoel: je herkent de formuleerfouten, kunt ze benoemen en kunt de zinnen verbeteren.
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Formuleren
Manier waarop je dingen zegt
Correct formuleren
Nu: leren welke fouten er zijn, ermee oefenen
In week 45: toets formuleren
Lesdoel: je herkent de formuleerfouten (duubelop), je kunt ze benoemen en de zinnen verbeteren.
Slide 3 - Slide
Dubbelop
Iets wordt op de een of andere manier twee keer gezegd
5 verschillende dubbelopfouten
Slide 4 - Slide
Fragment
Bekijk het fragment: schrijf op welke dubbelop-fouten je hoort
Draadstaal uit 2008
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Dubbelop 1: onjuiste herhaling
Een vast voorzetsel wordt twee keer gebruikt.
Bijvoorbeeld: Je klasgenoten gaan zich aan die rotopmerkingen van jou steeds meer aan ergeren.
Op zo'n nare opmerking heb ik niks op te zeggen.
Slide 7 - Slide
Dubbelop 2: tautologie
Het zelfde wordt twee keer gezegd met twee woorden van dezelfde woordsoort. Bijvoorbeeld: Hoewel we reeds weken van tevoren al wisten dat de toetsweek kwam, konden we ons niet voorbereiden.
soms is het goed: stijlfiguur 'enkel en alleen'
Slide 8 - Slide
Dubbelop 3: pleonasme
Hetzelfde wordt twee keer gezegd met twee woorden van een andere woordsoort
Bijvoorbeeld: In het scheikundelokaal hangt altijd een vieze stank.
Als je bij de Librije wilt eten, moet je wel van tevoren een tafel reserveren.
Slide 9 - Slide
Dubbelop 4: contaminatie
Twee woorden of uitdrukkingen worden verward en vermengd
Bijvoorbeeld: Hij moet de toets overnieuw maken. Ik moet even nachecken hoe laat de trein gaat. Het Concertgebouw wordt tot een van de mooiste concertzalen ter wereld gerekend.
Slide 10 - Slide
Dubbelop 5: dubbele ontkenning
In zinnen waarin een werkwoord al iets ontkent (voorkómen, misbruiken, verbieden, weerhouden, nalaten, ...) wordt een tweede ontkenning toegevoegd.
Bijvoorbeeld: De regering raadt ons af het land Japan niet te bezoeken. Ik heb nooit geen zin om mijn huiswerk te maken.
Slide 11 - Slide
Aan de slag!
Maak opdracht 1 helemaal
Keuze opdracht 2 of opdracht 3 (helft 2 en helft 3 mag ook)