- Formuleren paragraaf 2: Fouten met verwijswoorden
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Formuleren
SE3 = Formuleren en werkwoordspelling
Vandaag:
- Formuleren paragraaf 1: dubbelop
- Formuleren paragraaf 2: Fouten met verwijswoorden
Slide 1 - Slide
Wat is een formuleerfout?
Slide 2 - Open question
Zijn formuleerfouten altijd 'fout'?
Slide 3 - Open question
Welke dubbelopfout herken je? Wij zijn bereid uw product een aantal maanden te proberen, onder de voorwaarde dat achteraf een evaluatie zal plaatsvinden omtrent de kwaliteit van het middel.
A
tautologie
B
onjuiste herhaling
C
pleonasme
D
contaminatie
Slide 4 - Quiz
Welke dubbelopfout herken je? De basisschoolkinderen hebben naar de zomervakantie, die zij altijd als een geweldige tijd ervaren, door de extreme hitte in juni al weken naar uitgekeken.
A
Onjuiste herhaling
B
contaminatie
C
dubbele ontkenning
D
tautologie
Slide 5 - Quiz
Welke dubbelopfout herken je? Plotseling zakte tijdens de derde estheet te strak gespannen volleybalnet ineens naar beneden, waardoor de wedstrijd enige tijd onderbroken moest worden.
A
pleonasme
B
onjuiste herhaling
C
contaminatie
D
tautologie
Slide 6 - Quiz
Welke dubbelopfout herken je? Mijn mentor in 3 havo raadde mij nadrukkelijk af om geen exact profiel te kiezen, omdat ik slechte cijfers had voor wiskunde en natuurkunde.
A
contaminatie
B
onjuiste herhaling
C
dubbele ontkenning
D
tautologie
Slide 7 - Quiz
Welke dubbelopfout herken je? Jochem moet tijdens die lange, koude zeereis naar Antarctica wel rekenschap houden met zijn zwakke gezondheid.
A
contaminatie
B
tautologie
C
pleonasme
D
dubbele ontkenning
Slide 8 - Quiz
Benoem de fout en verbeter de zin: Zo'n hedendaagse platenspeler mag dan een geweldig geluid voortbrengen, mij kost zo'n apparaat toch echt veel te duur.
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
De jongen waarmee / met wie ik op vakantie ga.
A
waarmee
B
met wie
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Omdat het pand vorig jaar zo prachtig verbouwd is, wil ik ... graag van u kopen.
A
hem
B
het
C
haar
D
hun
Slide 17 - Quiz
De politie wil meer personeel aannemen, omdat ... voor steeds hetere vuren komt te staan.
A
hun
B
ze
C
hij
D
haar
Slide 18 - Quiz
Heeft de arts ... (hen/hun) niet verteld dat ... (hun/ze) in de tropen veel risico lopen op besmettelijke ziekten?
A
hun, ze
B
hen, ze
C
hen, hun
D
hen, hun
Slide 19 - Quiz
In dat huis zouden we wel willen wonen, maar ... hier vinden we afzichtelijk.
A
dat
B
deze
C
dit
D
wat
Slide 20 - Quiz
Elise heeft de jongen ... ze deze prachtige cd's cadeau kreeg, hartelijk bedankt.
A
waarvan
B
van wie
C
wie
D
waarmee
Slide 21 - Quiz
Vinden jullie het fijn als ik de PPT argumenteren inspreek ter voorbereiding op jullie SE?