H3 Fictie blok 1-2 en de boektoets

H3 Fictie blok 1-2 en de boektoets
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

H3 Fictie blok 1-2 en de boektoets

Slide 1 - Slide

Boektoets
Kies voor di 26 september een leesboek:
- lezenvoordelijst.nl 13-15 jaar minimaal niveau 3
- 15-17 jaar of volwassenen: alle niveaus

Boektoets week 46
Leren: fictie blok 1 t/m 5
Vragen van die theorie over jouw boek

Slide 2 - Slide

Fictie 
  1. Proza -> korte verhalen, novelles en romans
  2. Poëzie -> gedichten en liedteksten
  3. Toneel -> toneelstukken en films

Slide 3 - Slide

Sleep de soorten teksten naar de juiste literaire genres
toneeltekst
filmscript
rap
gedicht
novelle
kort verhaal
roman
proza
poëzie
toneel

Slide 4 - Drag question

Meer of minder realistisch
Realistisch ->  lijkt op de werkelijkheid
Niet-realistisch -> ongeloofwaardig, lijkt niet op de werkelijkheid


de realismelijn

Slide 5 - Slide

Een verhaal over een jongen die een hondje redt uit de woeste golven is..
A
realistisch
B
niet-realistisch
C
beetje realistisch
D
waargebeurd

Slide 6 - Quiz

Een verhaal over een jongen die een surfkampioenschap wint zonder trainen is ...
A
realistisch
B
niet-realistisch
C
beetje realistisch
D
waargebeurd

Slide 7 - Quiz

Opbouw van een verhaal

Slide 8 - Slide

Beeldspraak: vergelijking en metafoor
- Bij beeldspraak gebruik je woorden in een
   figuurlijke betekenis.

- Goede beeldspraak maakt een tekst mooier,
   duidelijker en krachtiger.

Slide 9 - Slide

Vergelijking
Bij een vergelijking wordt iets uit de werkelijkheid/object
(mens, dier of ding) vergeleken met een beeld.
Ze staan dus beide in een zin en worden meestal aan elkaar gekoppeld met het woord 'als'     (object en beeld)
Hij                                    is zo bleek als een lijk.
werkelijkheid                            beeld
object

Slide 10 - Slide


Dat meisje
is zo onschuldig als    een lammetje

werkelijkheid
(object)                                                                 beeld

Slide 11 - Slide

Metafoor  
Bij een metafoor wordt het beeld alleen genoemd, de werkelijkheid wordt niet genoemd.                                    

Het is hier een zwijnenstal, ruim op!
                             beeld

De werkelijkheid is bijvoorbeeld een slaapkamer.

Slide 12 - Slide

Metafoor
Dat schaap is er alweer ingetrapt.

Een reus van een kerel.

De overheid gaat snoeien in de uitgaven.  (verminderen)

Het regent klachten bij de zorginstelling.

Slide 13 - Slide

Bij de ingang van de discotheek stond een kleerkast die iedereen fouilleerde.
A
vergelijking
B
metafoor

Slide 14 - Quiz

Die engel van hiernaast heeft ons veel geholpen na de brand in de schuur.
A
vergelijking
B
metafoor

Slide 15 - Quiz

Wat een boom van een kerel is jouw broer geworden, zeg!
A
vergelijking
B
metafoor

Slide 16 - Quiz

'Zij zingt net als een nachtegaal.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metafoor

Slide 17 - Quiz

Hij is zo sterk als een beer = een metafoor. Juist of onjuist?
A
onjuist
B
juist

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

…maar de premier kwam met zo'n snoeischaar...
A
vergelijking
B
metafoor

Slide 20 - Quiz

0

Slide 21 - Video

en ondertussen dan nog die hete aardappel van een referendum voor zich uitschuiven...
A
vergelijking
B
metafoor

Slide 22 - Quiz

0

Slide 23 - Video

...de man die het aan zijn xenofobische laars lapt.
A
vergelijking
B
metafoor

Slide 24 - Quiz

0

Slide 25 - Video

Laten we geen wolk van pessimisme over Nederland trekken.
A
vergelijking
B
metafoor

Slide 26 - Quiz

0

Slide 27 - Video

Leesboek uitzoeken
Lidmaatschap bibliotheek
- tot 18 jaar gratis
- online regelen

Ga op zoek naar een leesboek
- lezenvoordelijst.nl 13-15 jaar minimaal niveau 3
- 15-17 jaar of volwassenen: alle niveaus

Slide 28 - Slide

Genres 
  • Thriller
  • Fantasy
  • Dystopische roman
  • Ontwikkelroman
  • Psychologische roman
  • Reisverhaal

Slide 29 - Slide

Leeservaring
Je gebruikt beoordelingswoorden om je leeservaring te beschrijven. 

Dat doe je door argumenten te geven bij de beoordelingswoorden die je kiest.

Slide 30 - Slide

Geloofwaardig, origineel, leerzaam en overtuigend horen bij ...
A
emotieve argumenten
B
realistische argumenten
C
morele argumenten

Slide 31 - Quiz

Spannend, griezelig, ontroerend en humoristisch horen bij ...
A
emotieve argumenten
B
realistische argumenten
C
morele argumenten

Slide 32 - Quiz

Sociaal, belangrijk, bewonderenswaarig en rechtvaardig horen bij ...
A
emotieve argumenten
B
realistische argumenten
C
morele argumenten

Slide 33 - Quiz

Blok 2 fictie 
2.1 Lekker Lezen: Niet alles is wat het lijkt 
blz. 51
Klassikaal lezen
Maak opdracht 1 en 2 

Slide 34 - Slide