2.4 - Bevruchting en Zwangerschap

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

2.4 - Bevruchting en Zwangerschap

Biologie voor Jou

3/4 VMBO - T

Leerdoelen

Je kunt de verschillen tussen zaadcellen en eicellen noemen.

Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van een vrouw plaatsvinden net voor en net na de bevruchting.

Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven.

Je kunt beschrijven hoe tweelingen ontstaan.

Zaadcellen en eicellen

Enorm verschil in grootte. Eicel bevat veel reservevoeding.

Staart van de zaadcel zorgt dat de zaadcel kan 'zwemmen'.

Beiden bevatten 23 chromosomen.

Bevruchting

Menstruatiecyclus 

(niet zwanger)

Menstruatiecyclus

(wel zwanger)

Eerste celdelingen

Cellen delen zich, maar het volume blijft hetzelfde. 

Het wordt dus niet groter op dit moment.

Innesteling --> Embryo

Embryonale ontwikkeling

Foetus

Na 8 weken (dus start derde maand) noemen we het geen embryo meer, maar een foetus.

Organen zijn gevormd en liggen op de juiste plek.

Na ongeveer 38 weken (gemiddeld) wordt de baby geboren.

Tweelingen

Rest van de les:

Tijd voor de opdrachten van paragraaf 2.4

Weektaak:

2.4 - alle opdrachten

2.5 - alle opdrachten

Leerdoelen:

Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van een vrouw plaatsvinden net voor en net na de bevruchting.

Je kunt de verschillen tussen zaadcellen en eicellen noemen.

Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven.

Je kunt beschrijven hoe tweelingen ontstaan.