H7.4 - Waterkwaliteit en waterkwantiteit

H7.3: Waterverbruik en waterwinning
1 / 28
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H7.3: Waterverbruik en waterwinning

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

"Hoog-" en "laag" Nederland

Slide 4 - Slide

WATERWINNING
Waarom halen we het liefste water uit de grond en gebruiken we pas oppervlakwater als het andere niet kan? 

Slide 5 - Slide

WATERWINNING
Kaart van waterwinning in Nederland.

Slide 6 - Slide

Je kunt de begrippen spaarbekken en zoetwaterzak uitleggen.
Wat zijn dat?
Spaarbekken?
Zoetwaterzak?

Slide 7 - Slide

Waarom mengt zoet en zoutwater slecht?
  • Andere dichtheid, Zoutwater is zwaarder en heeft een hogere dichtheid en blijft hierdoor lager hangen. 
  • Zoetwater ligt hoger. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Antwoorden 
  • 1e juist
  • 2e juist
  • 3e onjuist
 

Slide 12 - Slide

LESDOELEN VANDAAG
  1. Je kan in je eigen woorden uitleggen wat de begrippen grijs water en brak water betekenen.
  2. Je kan uitleggen hoe verdamping in kustgebieden van Nederland tot verzilting leidt.
  3. Je kan aangeven waarvoor Rijkswaterstaat verantwoordelijk is.
  4. Je kan de 4 taken noemen van waterschappen.
  5. Je kan uitleggen hoe verdamping tot verdroging leidt.

Slide 13 - Slide

Je hebt 5 "soorten" water
Je krijgt een blad, schrijf daarin de soorten water over. 
H7.4: Waterkwaliteit en waterkwantiteit

Slide 14 - Slide

Grijs water, zwart water, brak water, proceswater en koelwater.
GRIJS WATER
Licht vervuild water

ZWART WATER
Zitten veel schadelijke bacteriën in.

Slide 15 - Slide

Grijs water, zwart water, brak water, proceswater en koelwater.
BRAK WATER
Mengsel van zoet en zout water, minder zout dan zeewater.

PROCESWATER
Water dat in landbouw, fabrieken en elektriciteitscentrales wordt gebruikt, maar niet verbruikt/gedronken.

Slide 16 - Slide

Grijs water, zwart water, brak water, proceswater en koelwater.

KOELWATER
Water dat gebruikt wordt om machines af te koelen.

Slide 17 - Slide

Gebruik §7.3 en §7.4. Geef per zin het juiste soort water aan. Kies uit: Grijs water, zwart water, brak water, proceswater en koelwater. Gebruik alle opties één keer.
  1. Afvalwater van watergebruik in de keuken.
  2. Mengsel van zoet en zout water.
  3. Water waarmee groenten in een fabriek worden gewassen.
  4. Afvalwater van het toilet.
  5. Elektriciteitscentrales voeren dit warme water af naar rivieren.





Slide 18 - Slide

ANTWOORDEN
  1. Grijs water
  2. Brak water
  3. Proceswater
  4. Zwart water
  5. Koelwater





Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Dus het waterschap doet aan : 
  • Wetten van de regering uitvoeren, door bv bordjes te plaatsen.
  • Waterzuivering en dus voor de waterkwaliteit zorgen. 
  • Ze ze zorgen ervoor dat er niet teveel en niet te weinig grondwater is.
  • Ze zorgen voor de dijken, duinen en stuwen.
  • Ze houden de rivieren en kanalen bevaarbaar. 

Slide 21 - Slide

Naast vervuiling door huihoudens word water ook vervuild door: 
Chemische vervuiling:
Dan wordt door chemische productie het water vies, doordat er chemicaliën in komen, die de natuur niet zelf kan afbouwen. 
Gebeurt bij  de productie van medicijnen. 
Thermische vervuiling:
Heet water in de rivier gooien. Als je dat met heel veel water tegelijk doet warmt het water op en beschadigd dat dieren en planten.
Vervuiling door landbouw:
Als er teveel kunstmest in water komt, komen er teveel bacteriën in het water die al het zuurstof uit het water halen, waardoor vissen dood gaan, omdat ze niet genoeg zuurstof krijgen. 

Slide 22 - Slide

Vervuiling door de natuur. 
  • De natuur kan ook watervervuiling veoorzaken door verzilting.
  • Dan wordt water zouter, hier kunnen planten slecht tegen en die kunnen dan dood gaan. Dit water noemen we dan brakwater. Het is zout, maar niet zo zout als zeewater.
  • Dit kan vooral bij de kust gebeuren, doordat tijdens warme zomers veel zoetwater verdampt, blijft er veel zoutwater over en krijg je brakwater. 
  • Daarom heeft staatbosbeheer het waterpeil hier nu ook zo hoog staan in de natuur. Zodat er in de zomer veel zoetwater in de grond zit en het lang duurt voordat, zoiets verdampt.

Slide 23 - Slide

WATERSCHAPPEN - Regionale overheid die zorgt voor veiligheid, bevaarbaarheid, kwaliteit en peil van het water.

Slide 24 - Slide

Gebruik §7.4. Noteer A t/m D en geef telkens in maximaal 3 woorden aan welke taak van het waterschap wordt weergegeven. 
Kies uit:
Waterkwantiteit
Bevaarbaarheid Waterkwaliteit Waterkeringen / veiligheid

Slide 25 - Slide

ANTWOORD
A – Waterkwaliteit
B – Waterkwantiteit
C – Waterkeringen / veiligheid
D – Bevaarbaarheid


Slide 26 - Slide

Zelfstandig werken 
  • TL: Maak opgave 3, 4a, 4c, 5, 6b, 6c, 6d, 7 en 8 (zie opgave die we in de les gemaakt hebben)  van H7.4
  • BB: Maak opgave 11, 12 en 13a. H5.2 + Opgave 5 van examentrainer (blz.125)

Slide 27 - Slide

LESDOELEN VANDAAG
  1. Je kan in je eigen woorden uitleggen wat de begrippen grijs water en brak water betekenen.
  2. Je kan uitleggen hoe verdamping in kustgebieden van Nederland tot verzilting leidt.
  3. Je kan aangeven waarvoor Rijkswaterstaat verantwoordelijk is.
  4. Je kan de 4 taken noemen van waterschappen.
  5. Je kan uitleggen hoe verdamping tot verdroging leidt.

Slide 28 - Slide