Grijs water, zwart water, brak water, proceswater en koelwater.
GRIJS WATER
Licht vervuild water
ZWART WATER
Zitten veel schadelijke bacteriën in.
Slide 15 - Slide
Grijs water, zwart water, brak water, proceswater en koelwater.
BRAK WATER
Mengsel van zoet en zout water, minder zout dan zeewater.
PROCESWATER
Water dat in landbouw, fabrieken en elektriciteitscentrales wordt gebruikt, maar niet verbruikt.
Slide 16 - Slide
Grijs water, zwart water, brak water, proceswater en koelwater.
KOELWATER
Water dat gebruikt wordt om machines af te koelen.
Slide 17 - Slide
Gebruik §7.3 en §7.4. Geef per zin het juiste soort water aan. Kies uit: Grijs water, zwart water, brak water, proceswater en koelwater.Gebruik alle opties één keer.
Afvalwater van watergebruik in de keuken.
Mengsel van zoet en zout water.
Water waarmee groenten in een fabriek worden gewassen.
Afvalwater van het toilet.
Elektriciteitscentrales voeren dit warme water af naar rivieren.
Slide 18 - Slide
ANTWOORDEN
Grijs water
Brak water
Proceswater
Zwart water
Koelwater
Slide 19 - Slide
afvalwater reiningen
Organisch afvalwater
Chemisch afvalwater
Thermisch afvalwater
Landbouw
Verzilting
Slide 20 - Slide
WATERSCHAPPEN - Regionale overheid die zorgt voor veiligheid, bevaarbaarheid, kwaliteit en kwantiteit (peil).
Slide 21 - Slide
Gebruik §7.4. Noteer A t/m D en geef telkens in maximaal 3 woorden aan welke taak van het waterschap wordt weergegeven.
Kies uit:
Waterkwantiteit
Bevaarbaarheid Waterkwaliteit
Veiligheid/waterkeringen
Slide 22 - Slide
ANTWOORD
A – Waterkwaliteit
B – Waterkwantiteit
C – Waterkeringen / veiligheid
D – Bevaarbaarheid
Slide 23 - Slide
VERZILTING IN NEDERLAND
Slide 24 - Slide
Je kan uitleggen hoe verdamping in kustgebieden van Nederland tot verzilting leidt.
Slide 25 - Slide
Gebruik §7.3, 7.4 en de kennis die je al hebt.
Noem:
Een natuurlijke oorzaak voor verzilting in de zomer.
Een menselijke oorzaak voor verzilting op lokale schaal.
Een menselijke oorzaak voor verzilting op globale (wereldwijde) schaal.
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Aan de slag!
Lees H7.4: Waterkwaliteit en waterkwantiteit
Maak opgave 1 t/m 6
Regels wanneer je aan het werk bent:
Je werkt alleen en in stilte.
Je steekt je vinger op als je iets wilt vragen.
GEEN TELEFOONS.
Slide 28 - Slide
Gebruik §7.4. Noteer A t/m D en geef telkens in maximaal 3 woorden aan welke taak van het waterschap wordt weergegeven.
Kies uit:
Waterkwantiteit
Bevaarbaarheid Waterkwaliteit
Veiligheid/waterkeringen
Slide 29 - Slide
ANTWOORD
A – Waterkwaliteit
B – Waterkwantiteit
C – Waterkeringen / veiligheid
D – Bevaarbaarheid
Slide 30 - Slide
LESDOELEN VANDAAG
Je kan in je eigen woorden uitleggen wat de begrippen grijs water en brak water betekenen.
Je kan uitleggen hoe verdamping in kustgebieden van Nederland tot verzilting leidt.
Je kan aangeven waarvoor Rijkswaterstaat verantwoordelijk is.
Je kan de 4 takennoemen van waterschappen.
Je kan uitleggen hoe verdamping tot verdroging leidt.