Je steekt altijdje vinger op als je iets wilt zeggen.
We gaan met respect met elkaar en elkaars spullen om.
Telefoons staan op stil en zitten in je tas of broekzak.
Zorg dat je al je spullen bij je hebt: Schrift, werkboek & lesboek.
Slide 3 - Slide
LESDOELEN VORIGE LES
18. Je kan 3 grote waterverbruikers in Nederland noemen. 19. Je kan aangeven waar in de industrie proceswater en koelwater voor nodig heeft. 19. Je kan uitleggen waarom grondwater van nature al vrij schoon is. 20. Je kan uitleggen hoe drinkwaterwinning in de duinen werkt. 21. Je kan uitleggen waarom de duinen geschikt zijn voor drinkwaterwinning. 22. Je kunt de begrippen spaarbekken en zoetwaterzakuitleggen.
Slide 4 - Slide
H7.3: Waterverbruik en waterwinning
Slide 5 - Slide
"Hoog-" en "laag" Nederland
Slide 6 - Slide
WATERWINNING
Slide 7 - Slide
Het eten van 1 hamburger staat qua
watergebruik gelijk aan 2 maanden
douchen.
Waterverbruik in de VS:
Slide 8 - Slide
WATERWINNING
Slide 9 - Slide
WATERWINNING
Kaart van waterwinning in Nederland.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
LESDOELEN VANDAAG
Je kan in je eigen woorden uitleggen wat de begrippen grijs water en brak water betekenen.
Je kan uitleggen hoe verdamping in kustgebieden van Nederland tot verzilting leidt.
Je kan aangeven waarvoor Rijkswaterstaat verantwoordelijk is.
Je kan de 4 takennoemen van waterschappen.
Je kan uitleggen hoe verdamping tot verdroging leidt.
Slide 12 - Slide
Mineraalwater uit de supermarkt: wat is het verschil met kraanwater?
Grijs water, zwart water, brak water, proceswater en koelwater.
GRIJS WATER
Licht vervuild water
ZWART WATER
Zitten veel schadelijke bacteriën in.
Slide 14 - Slide
Grijs water, zwart water, brak water, proceswater en koelwater.
BRAK WATER
Mengsel van zoet en zout water, minder zout dan zeewater.
PROCESWATER
Water dat in landbouw, fabrieken en elektriciteitscentrales wordt gebruikt, maar niet verbruikt.
Slide 15 - Slide
Grijs water, zwart water, brak water, proceswater en koelwater.
KOELWATER
Water dat gebruikt wordt om machines af te koelen.
Slide 16 - Slide
Gebruik §7.3 en §7.4. Geef per zin het juiste soort water aan. Kies uit: Grijs water, zwart water, brak water, proceswater en koelwater.Gebruik alle opties één keer.
Afvalwater van watergebruik in de keuken.
Mengsel van zoet en zout water.
Water waarmee groenten in een fabriek worden gewassen.
Afvalwater van het toilet.
Elektriciteitscentrales voeren dit warme water af naar rivieren.
Slide 17 - Slide
ANTWOORDEN
Grijs water
Brak water
Proceswater
Zwart water
Koelwater
Slide 18 - Slide
WATERSCHAPPEN - Regionale overheid die zorgt voor veiligheid, bevaarbaarheid, kwaliteit en peil van het water.
Slide 19 - Slide
Gebruik §7.4. Noteer A t/m D en geef telkens in maximaal 3 woorden aan welke taak van het waterschap wordt weergegeven.
Slide 20 - Slide
ANTWOORD
A – Waterkwaliteit
B – Waterkwantiteit
C – Waterkeringen / veiligheid
D – Bevaarbaarheid
Slide 21 - Slide
VERZILTING IN NEDERLAND
Slide 22 - Slide
Gebruik §7.3, 7.4 en de kennis die je al hebt.
Noem:
Een natuurlijke oorzaak voor verzilting in de zomer.
Een menselijke oorzaak voor verzilting op lokale schaal.
Een menselijke oorzaak voor verzilting op globale (wereldwijde) schaal.