3. BEC - afschrijvingen (nog aanvullen)

Bedrijfseconomie (BEC)
3 onderdelen te bespreken in één periode.
  • Inkopen en IWO
  • Omzet en BTW
  • Kosten soorten/afschrijvingen

Eind periode 1 examen.
Niet halen = vertraging van je studie

1 / 36
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 4

This lesson contains 36 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bedrijfseconomie (BEC)
3 onderdelen te bespreken in één periode.
  • Inkopen en IWO
  • Omzet en BTW
  • Kosten soorten/afschrijvingen

Eind periode 1 examen.
Niet halen = vertraging van je studie

Slide 1 - Slide

Bedrijfseconomie (BEC)
Elke les staat van 16:00 tot 17:30 ingepland. We gaan de volledige 90 minuten volmaken (uiteraard wel pauze tussendoor).


Klein stukje theorie en vervolgens vooral veel opdrachten maken.

Pen & Papier mee.


Slide 2 - Slide

Vandaag
Afschrijvingen
Kostensoorten

Slide 3 - Slide

Welke kosten zijn er allemaal?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat is afschrijven
Afschrijven is het berekenen van een waardevermindering van een duurzaam bedrijfsmiddel of afgekort een dpm


Slide 9 - Slide

Economische levensduur 
Als je afschrijft, dan doe je dat altijd op basis van de economische levensduur.

Dit komt omdat het langer gebruiken van een bedrijfsmiddel dan de economishce levensduur, meer kosten met zich
meebrengt dan opbrengsten

Slide 10 - Slide

Zonder BTW
We schrijven altijd af van de waarde zonder BTW, oftewel exclusief BTW. 

Omdat een ondernemer de betaalde BTW over de aanschaf van de bedrijfsmiddelen kan terugvorderen bij de
belastingdienst, blijft de BTW dus buiten de berekening van de afschrijving.

Slide 11 - Slide

2 verschillende methoden van afschrijven 

Welke?

Slide 12 - Slide

Twee verschillende methoden van afschrijven


1. Afschrijven met vast bedrag of vast percentage van de aanschafwaarde

2. Afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde

Slide 13 - Slide

Stap 1 (bij beide soorten afschrijvingen)


Van inclusief BTW naar exclusief BTW

Hoe?



Slide 14 - Slide

Van incl. BTW naar excl. BTW

delen door 1,21
OF
delen door 121 en vermenigvuldigen met 100 

Er vanuit gaande dat er 21% BTW is.



Slide 15 - Slide

Van excl. BTW naar incl. BTW

vermenigvuldigen met 1,21     
OF
delen door 100 en vermenigvuldigen met 121

Er vanuit gaande dat er 21% BTW is.



Slide 16 - Slide

Oefenen BTW

a. €15.000 exclusief BTW is €........... inclusief BTW
b. €180.000 exclusief BTW is €............. inclusief BTW
c €205.000 inclusief BTW is €........... exclusief BTW
d.  €38.000 inclusief BTW is €............. exclusief BTW 

Slide 17 - Slide

Oefenen BTW
a. €15.000 exclusief BTW is €18.150 inclusief BTW
b. €180.000 exclusief BTW is €217.800 inclusief BTW
c €205.000 inclusief BTW is €169.421,49 exclusief BTW
d.  €38.000 inclusief BTW is €31.404,96 exclusief BTW 

Exclusief BTW is 100%
Inclusief BTW is 121%
DUS exclusief BTW is lager dan inclusief BTW

Slide 18 - Slide

1. Afschrijven met een vast bedrag/percentage van de aanschafwaarde

Slide 19 - Slide

Oefenvraag 1
Belicia heeft een bestelbus aangeschaft voor de aflevering van pakketten. De aanschafwaarde is € 30.250 inclusief btw. De economische levensduur is vijf jaar. De restwaarde bedraagt na vijf jaar € 5.000. De rente is 3% over het gemiddeld geïnvesteerde vermogen. 

 a. Hoeveel schrijft Belicia per jaar af?
b. Maak het afschrijvingsplan voor Belicia.


Slide 20 - Slide

BTW
€30.250 inclusief BTW = 121%
€5.250 BTW = 21% 
€25.000 exclusief BTW = 100%

Slide 21 - Slide

A: afschrijvingsbedrag

Slide 22 - Slide

Stap 2 (afschrijvingsplan)

Slide 23 - Slide

Afschrijven met percentage van de boekwaarde

Slide 24 - Slide

Afschrijven met percentage van de boekwaarde

Hierbij bereken je steeds het percentage over de boekwaarde aan het begin van het jaar.

Dus wanneer boekwaarde jaar 1  €20.000 is en je schrijft 15% af. 
Dan schrijf je (€20.000 x 15%) €3000 in jaar 1 af. 
De waarde van boekjaar 2 is dan €20.000 - €3000 = €17.000
Hoeveel schrijf je dan in jaar 2 af? 

Slide 25 - Slide

Afschrijven met percentage van de boekwaarde
Voor het thuisbezorgen van meubels schaft een meubelzaak een auto aan voor € 39.325 inclusief 21% btw. Het bedrijf schrijft op deze auto vijf jaar lang 25% van de boekwaarde af.


Stap 1:

Slide 26 - Slide

Afschrijven met percentage van de boekwaarde
Voor het thuisbezorgen van meubels schaft een meubelzaak een auto aan voor €32.500 exclusief btw. Het bedrijf schrijft op deze auto vijf jaar lang 25% van de boekwaarde af.


Stap 2: 
Afschrijvings-
plan maken

Slide 27 - Slide

Rentekosten
Door geld in een duurzaam bedrijfsmiddel te investeren, loop je rente mis. Je had dit geld ook op een spaarrekening bij de bank kunnen zetten. In dat geval had je rente ontvangen van de bank. De rente die je mist, neem je op in de kosten als rentekosten over dpm. Je berekent deze rente over het gemiddeld geïnvesteerd vermogen per jaar. Voor de berekening van het gemiddeld geïnvesteerd vermogen (GGV) neem je het gemiddelde van de boekwaarde aan het begin en het einde van het jaar. Je kunt daarbij gebruikmaken van de volgende formule:

Slide 28 - Slide

Bereken de rentekosten





Jaar 1:
Jaar 2:
Jaar 3:

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Oefenopdracht
Sheweda schaft een koelvitrine aan. De aanschafwaarde bedraagt € 11.450,00 exclusief 21% btw. Er wordt jaarlijks 22% van de boekwaarde afgeschreven. Het rentepercentage is 4,15% over het gemiddeld geïnvesteerd vermogen per jaar.
De complementaire kosten bedragen in het eerste jaar € 0, in het tweede jaar € 0, in het derde jaar € 500, in het vierde jaar € 750 en in het vijfde jaar € 1.250.


Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Verzekering 
Animo sluit een nieuwe verzekering af voor het distributiecentrum in Rotterdam.
Er is geen opstalverzekering nodig, wel moet de kantoorinventaris en de voorraad koffiemachines en onderdelen verzekerd worden tegen brand, waterschade en diefstal.
De verzekerde waarde bedraagt € 750.000,-. Hiervoor moet een premie betaald worden van 3,75 ‰ per jaar. Ook moet de transportverzekering uitgebreid worden voor het vervoer van goederen van en naar het distributiecentrum. Deze uitbreiding op de polis kost € 500,- per jaar. De eenmalige poliskosten bedragen € 7,50 en de assurantiebelasting bedraagt 21%.
Voor prolongatie van de polis moet vanaf het tweede jaar € 8,- aan administratiekosten per jaar betaald worden.

a. Bereken de verzekeringskosten in het eerste jaar.
b. Bereken de verzekeringskosten in het derde jaar.
c. Leg uit waarom Animo geen opstalverzekering nodig heeft.

Slide 33 - Slide

Verzekering 

Slide 34 - Slide

Rentekosten voor een lening

Slide 35 - Slide

Rentekosten voor een lening

Slide 36 - Slide