Talent H5.3 Lezen vmbo-t/havo 1 les 1

H5.3 Lezen
De leerdoelen van deze week.

Na deze les....

  • kan je de tektstdoelen overtuigen en activeren herkennen;
  • kan je een betogende tekst herkennen;
  • kan je het concluderend tekstverband herkennen.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

H5.3 Lezen
De leerdoelen van deze week.

Na deze les....

  • kan je de tektstdoelen overtuigen en activeren herkennen;
  • kan je een betogende tekst herkennen;
  • kan je het concluderend tekstverband herkennen.

Slide 1 - Slide

Tekstdoelen
Tekstdoel: overtuigen

De schrijver wil dat de lezer het met hem eens is.

Denk hierbij aan een filmbespreking of een ingezonden brief in een krant.

Slide 2 - Slide

Tekstdoelen
Tekstdoel: activeren

De schrijver wil dat de lezer iets gaat doen.

Denk hierbij aan een advertentie of een reclamefolder.

Slide 3 - Slide

Tekstdoelen
Een overtuigende of activerende tekst heeft meestal meer dan één tekstdoel.

Je krijgt info en de schrijver wil jou ergen van overtuigen of hij wil jou overhalen iets te doen.

Noteer altijd het belangrijkste tekstdoel.

Slide 4 - Slide

maken opdrachten  3 t/m 6 (samen),

Slide 5 - Slide

Welk tekstdoel hoort hierbij?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 6 - Quiz

Welk tekstdoel
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 7 - Quiz

Betogende tekst
Als een schrijver zijn mening geeft over een onderwerp en daarbij zijn mening ondersteunt met argumenten, dan schrijft hij een betoog (of betogende tekst).

Een argument is informatie waarmee de schrijver wil bewijzen dat zijn mening juist is.

Een betoog bestaat uit drie delen: inleiding, middenstuk en slot.

In de inleiding geeft hij zijn mening, in het middenstuk geeft hij zijn argumenten en in het slot vat hij samen of trekt een conclusie.

Slide 8 - Slide

maken  7, 8, 9,  

Slide 9 - Slide

Tekstverband 4
We hebben inmiddels drie tekstverbanden geleerd:
  1. opsommend tekstverband;
  2. tegenstellend tekstverband;
  3. tijdsvolgorde.

We leren nu het concluderend tekstverband.

Slide 10 - Slide

Tekstverband 4
Het concluderend tekstverband komt vaak voor in een betogende tekst.

De bijbehorende signaalwoorden zijn: dus, dan ook, hieruit volgt, de slotsom is, concluderend.

Voorbeeld:
De jongeren gingen vroeg naar huis, terwijl het feest nog in volle gang was. Het is dan ook duidelijk dat ze het een saai feest vonden.

Slide 11 - Slide

maken opdracht 10, 11,

Slide 12 - Slide

lezen tekst 2

maken 12, 13 en 14.

Slide 13 - Slide

Wat hebben we
vandaag geleerd?

Slide 14 - Mind map

lezen tekst 4

maken opdr 17, 18,19,20,21,23

Slide 15 - Slide