Signaalwoorden en tekststructuur

Signaalwoorden en tekststructuur
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Signaalwoorden en tekststructuur

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het eind van de les kun je signaalwoorden gebruiken om verbanden in je tekst duidelijk te maken. Aan het eind van de les herken je de opbouw van een tekst, zodat je snel je weg in een tekst kunt vinden en de tekst beter begrijpt.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over signaalwoorden en tekststructuur?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn signaalwoorden?
Signaalwoorden zijn woorden die aangeven hoe zinnen en alinea's met elkaar verbonden zijn.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden van signaalwoorden
Enkele voorbeelden van signaalwoorden zijn: eerst, vervolgens, daarna, omdat, hoewel, bijvoorbeeld.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Functies van signaalwoorden
Signaalwoorden kunnen helpen bij het aangeven van een oorzaak-gevolgrelatie, het geven van voorbeelden, het maken van vergelijkingen, enz.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Opbouw van een tekst
Een tekst bestaat vaak uit een inleiding, een middenstuk en een slot. Het middenstuk kan verschillende alinea's bevatten.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Structuursignaalwoorden
Structuursignaalwoorden geven de structuur van een tekst aan, zoals: ten eerste, ten tweede, samengevat, conclusie.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Oefenen met signaalwoorden
Lees de volgende alinea en markeer de signaalwoorden die je tegenkomt: 'Eerst gingen we naar de supermarkt. Daarna kochten we ingrediënten voor het avondeten. Omdat het mooi weer was, besloten we buiten te eten.'

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Signaalwoorden helpen bij het verduidelijken van verbanden in een tekst. Door de opbouw van een tekst te herkennen, kun je de tekst beter begrijpen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.