5.1 Leenheren en leenmannen

1 / 32
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Hoe heet de tijdsperiode na de oudheid?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Hoe heet de bekendste middeleeuwse koning / keizer van het Frankisch Rijk?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Leenheer
(bv. Karel de Grote)
Leenmannen
(bv. hertog of graaf)
Geeft grond in leen
Gebied besturen, rechtspreken, militairen sturen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

'Frankisch Rijk'
De grond is van de leenheer
(keizer / koning Karel de Grote)
FEODALISME
=
LEENSTELSEL

Slide 15 - Slide

'Frankisch Rijk'
Leenman
A
Leenman
B
Leenman
C
Leenman
D
Leenman
E
Leenman
F
Leenman
G
Leenman
H
Leenman
I
FEODALISME
=
LEENSTELSEL

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

'Frankisch Rijk'
Leenman
B
Leenman
C
Leenman
D
Leenman
E
Leenman
F
Leenman
G
Leenman
H
Leenman
I
FEODALISME
=
LEENSTELSEL

Slide 19 - Slide

Hoe noemen we het stelsel waarbij de koning een stuk grond in leen geeft aan een hertog of graaf?
A
Hofstelsel
B
Feodalisme
C
Leenstelsel
D
Leenheren

Slide 20 - Quiz

In ruil voor een stuk grond moet de leenman ....
A
zijn vrouw uitlenen aan de leenheer
B
C
niets
D
al zijn bezittingen geven aan zijn onderdanen

Slide 21 - Quiz

In 800 werd Karel de Grote
A
koning
B
geboren
C
keizer
D
begraven

Slide 22 - Quiz

Na de dood van Karel de Grote werkte het leenstelsel niet meer goed. Waarom niet?
A
Leenmannen gingen hun grond als erfelijk bezit zien
B
Omdat er geen koning meer was
C
Het leenstelsel werkte nog wel goed
D
Dankzij de invallen van vikingen

Slide 23 - Quiz

Waar of niet waar? Karel de Grote was zijn meeste tijd kwijt aan rondreizen door zijn rijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Zelf aan de slag!

Maak opgave 1 t/m 3 en 5 t/m 9 van paragraaf 5.1


Dit is tevens het huiswerk voor de volgende les

Slide 32 - Slide