4 OefenQUIZZ Elektriciteit

• Natuurkunde / Scheikunde
• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

OefenQUIZZ

H5 ELEKTRICITEIT
@De stroomkring
@Spanningsbronnen
@Schakelingen
@Vermogen en energie

Een stroomkring is .......

1. Dat er stroom kan lopen van - naar +
2. Dat er stroom kan lopen van x naar y
3. Dat er stroom kan lopen van y naar x
4. Dat er stroom kan lopen van + naar -

Welk van onderstaande stof is een geleider?

1. rubber
2. hout
3. lood
4. wol

Welk van onderstaande stof is een isolator?

1. zilver
2. papier
3. goud
4. koolstof

Vul het ontbrekende woord in:
Met een ........... kun me een stroomkring op een nette manier onderbreken!

1. lampje
2. batterij
3. snoer
4. schakelaar

Vul het ontbrekende woord in:
Een ......... is een bron die elektrische energie levert!!!

1. voltmeter
2. spanningsbron
3. amperemeter

Spanning wordt gemeten met een ............

1. amperemeter
2. voltmeter
3. stroommeter

De spanning van het lichtnet is .......

1. U= 12 V
2. U= 230 V
3. U= 9 V
4. U = 1,5 V

Om schakelingen te verduidelijken worden er overzichtelijke tekeningen gemaakt. Hoe noem je zo'n overzichtelijke tekening?

1. serieschema
2. parallelschema
3. schakelschema

Een serieschakeling is een .....

1. schakeling met vertakkingen
2. schakeling zonder vertakkingen

Een parallelschakeling is een ....

1. schakeling met vertakkingen
2. schakeling zonder vertakkingen

Het symbool voor vermogen is ......

1. t
2. U
3. P
4. I

Het symbool voor spanning is ......

1. I
2. U
3. P
4. t

Het symbool voor stroomsterkte is .....

1. P
2. U
3. I
4. t

De eenheid van stroomsterkte is ......

1. h
2. V
3. A
4. W

De eenheid van spanning is .....

1. h
2. W
3. A
4. V

De eenheid van vermogen is ......

1. V
2. A
3. W
4. h

25 mA = ...

1. 25 A
2. 2,5 A
3. 0,25 A
4. 0,025 A

De spanning over een lampje is 6 V; de stroom door het lampje is 0,5 A. Wat is het vermogen van het lampje?

1. Wat?
2. 3 W
3. 12 W
4. 6,5 W

Een machine heeft een vermogen van 500 W en werkt op een stroom van 100 Volt. Hoeveel stroom loopt er?

1. 5 I
2. 5 A
3. 5 V
4. 5 W

Door een lampje loopt 0,3 A. Het vermogen van het lampje is 6 W. Wat is de spanning over het lampje?

1. 2 V
2. 1,8 V
3. 20 V
4. 18 V

Serieschakeling

Parallelschakeling

Stroom is hetzelfde door elk lampje.

Stroom splitst zich over de lampjes

Wat is I4?

1. 2 A
2. 1 A
3. 0,7 A
4. 0,3 A

Elke batterij geeft 2V. Wat is de totale spanning?

1. 2 V
2. 4 V
3. 8 V
4. 16 V