Spellen met werkwoorden

Werkwoordspelling
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Inhoud
  • Opening
  • Het nut van werkwoordspelling
  • Oefenen

Slide 2 - Slide

Zal het druk worden denk je?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

1. Vin_ je het terecht?

Slide 5 - Open question

2. Het beloof_ een groot feest te worden.

Slide 6 - Open question

3. Ik heb mij beschikbaar gestel_

Slide 7 - Open question

4. Hoewel ik onder het werk bedolven word_

Slide 8 - Open question

5. Bent u berei_ alles nog een keer te vertellen?

Slide 9 - Open question

6. Het te verwach_ besluit...

Slide 10 - Open question

7. Het te laat geland_ vliegtuig had vertraging

Slide 11 - Open question

8. Jij verwach_e toch dat de minister zou aftreden?

Slide 12 - Open question

Welke vorm van lopen kun  je invullen bij de vorige 8 opgaven?

Slide 13 - Slide

Hoe zat het ook alweer met het bijvoeglijk naamwoord?
A
Die schrijf je altijd in de verleden tijd
B
Die schrijf je in het meervoud
C
Die schrijf je altijd zo kort mogelijk
D
Die hoef je niet op te schrijven

Slide 14 - Quiz

Wil je nog meer oefenen?
Kopieer de link in je adresbalk:

https://www.cambiumned.nl/oefenen/spelling/werkwoordspelling/

Slide 15 - Slide