5.3 Lezen

Welkom bij Nederlands!
1 / 43
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Slide

In deze les:
  • Start van de les: filmpje
  • Huiswerk bespreken: opdracht 4 t/m 8 (op blz. 88 en 89) 

  • Uitleg:
    - hoofdgedachte van een tekst
    - Functies van het slot

  • Samen doen: opdracht 9 en 10 (blz. 90 en 91)
  • Zelfstandig maken: opdracht 13 t/m 19 (blz. 93 en 94)
  • Afsluiten


Doelen van deze les:
  1. Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe je de hoofdgedachte van een tekst kunt vinden.

  2. Aan het einde van de les kun je de functies van een slot herkennen.

Doel van vorige week:
  1.  Aan het einde van de les kun je de kernzin in een alinea herkennen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

5.3 Lezen: uitleg

Slide 6 - Slide

alinea's

Slide 7 - Slide

Kernzin

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Hoe kan de schrijver een tekst laten opvallen? 
  1.  Door de verdeling van de tekst over de bladzijde of het beeldscherm;
  2.  Door de soort letter en de grootte van die letter;
  3.  Door het gebruik van kleuren;
  4.  Door de plaatjes bij de tekst.

    Een ander woord voor beeld en opmaak samen is: lay-out.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Het slot van een tekst

Slide 13 - Slide

Zelfstandig maken: 
 opdracht 13 t/m 19
(blz. 93 en 94)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Tekstsoorten
Een schrijver heeft altijd een doel als hij een tekst schrijft: het tekstdoel.

Alle teksten met
hetzelfde tekstdoel, horen bij dezelfde tekstsoort.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Samen van 2.3 Lezen: opdracht 1, 3, en 4 op bladzijde 162 en 163

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

3.3 Lezen: uitleg

Slide 21 - Slide

signaalwoorden

Slide 22 - Slide

Reden
Signaalwoorden die een reden aangeven zijn:

want, omdat, daarom, vanwege, immers, namelijk.

Ik ga vanmiddag met mijn moeder winkelen, want ik heb een nieuwe broek nodig

Slide 23 - Slide

Signaalwoord: conclusie
In het slot van een betoog trekt de schrijver een conclusie. Je herkent de conclusie aan de signaalwoorden dus of kortom.

  • Meer sport op school betekent dus gezondere én slimmere leerlingen.
  • Kortom, er zijn alleen maar voordelen aan het inkorten van de leerplicht.

Slide 24 - Slide

tekstdoelen

Slide 25 - Slide

een betoog
Een betoog is een tekst waarmee de schrijver de lezer wil overtuigen van zijn mening.
Een betoog bestaat uit drie delen: inleiding, kern en slot.
• In de inleiding geeft de schrijver zijn mening over het onderwerp.
• In de kern geeft hij de argumenten voor zijn mening.
• In het slot geeft hij zijn eindoordeel: zijn conclusie. Daarbij herhaalt hij zijn mening.

Slide 26 - Slide

Zelfstandig maken:
opdracht 5, 10, 11, 12, 14, 15 en 16 (blz. 164 t/m 171)

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Doelen van deze les:
  1. Aan het einde van de les kun je meningen en argumenten herkennen in een tekst.
  2. Aan het einde van de les kun je de signaalwoorden die een reden en een conclusie aangeven herkennen.
  3.  Aan het einde van de les kun je vertellen wat een betoog is.
  4. Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe je het tekstdoel overtuigen herkent.



Slide 29 - Slide

Opbouw van een langere tekst
Een langere geschreven tekst is vaak uit drie delen opgebouwd: 
  • een inleiding
  • een middenstuk
  • een slot.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

2.3 Lezen: opdracht 4, 5 en 6

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

De kern

Slide 35 - Slide

4.4 Zin- en alineaverbanden

Slide 36 - Slide

Zin- en alineaverbanden

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide