Verrijk Je Woordenschat!

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Verrijk Je Woordenschat!

Wat is de betekenis van 'diverse' in het Nederlands?

1. Hetzelfde
2. Geen
3. Verschillende
4. Eén enkele

Wat betekent 'reeds' in het Nederlands?

1. Altijd
2. Misschien later
3. Nog niet
4. Al

Wat is de betekenis van 'immers' in het Nederlands?

1. Namelijk
2. Mogelijk
3. Soms wel
4. Nooit

Wat is de betekenis van 'tamelijk' in het Nederlands?

1. Redelijk
2. Helemaal niet
3. Onmogelijk
4. Altijd

Wat betekent 'voornamelijk' in het Nederlands?

1. Bijna nooit
2. Hoofdzakelijk
3. Helemaal niet
4. Soms wel

Wat weet je al over de nieuwe woorden?

Bovendien

Bovendien betekent 'ook' of 'daarnaast'. Het wordt gebruikt om extra informatie toe te voegen aan een zin.

Diverse

Diverse betekent 'verschillende' of 'verscheidene'. Het verwijst naar een variëteit van dingen of mensen.

Geleidelijk

Geleidelijk betekent 'langzaam' of 'stapsgewijs'. Het wordt gebruikt om aan te geven dat iets langzaam verandert of gebeurt.

Immers

Immers betekent 'want' of 'namelijk'. Het wordt gebruikt om een reden of verklaring te geven voor wat er gezegd wordt.

Reeds

Reeds betekent 'al' of 'alweer'. Het geeft aan dat iets al is gebeurd of al aanwezig is.

Tamelijk

Tamelijk betekent 'nogal' of 'behoorlijk'. Het wordt gebruikt om aan te geven dat iets in redelijke mate is.

Uitsluitend

Uitsluitend betekent 'alleen' of 'enkel'. Het geeft aan dat iets exclusief is of beperkt tot een specifieke situatie.

Vanzelfsprekend

Vanzelfsprekend betekent 'natuurlijk' of 'uiteraard'. Het wordt gebruikt om aan te geven dat iets als vanzelfsprekend wordt beschouwd.

Verscheidene

Verscheidene betekent 'meerdere' of 'diverse'. Het verwijst naar een aantal dingen of mensen die niet exact gespecificeerd zijn.

Voornamelijk

Voornamelijk betekent 'vooral' of 'meestal'. Het wordt gebruikt om aan te geven dat iets de grootste nadruk heeft.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je de betekenis van de nieuwe woorden begrijpen en ze correct gebruiken in zinnen.