Hoofdstuk 1 PS

Cultuur en identiteit
1 / 26
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quiz, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Cultuur en identiteit

Slide 1 - Slide

Leerdoelen dit hoofdstuk
1- Je kan uitleggen wat de begrippen cultuur, dominante cultuur en subcultuur betekenen en ze ook herkennen en toepassen.
2- Je kan uitleggen wat het begrip identiteit betekent en daarbij voorbeelden geven.
3- Je kan uitleggen waardoor er cultuurverschillen kunnen zijn.
4- Je kan benoemen door welke 3 zaken je identiteit wordt bepaald en die zaken ook uitleggen.
5- Je kan de kenmerken van groepsidentificatie uitleggen en ook herkennen.

Slide 2 - Slide

Cultuur
Boek: 'alle normen, waarden en andere aangeleerde kenmerken van een groep'

Van Dijke: 'alles wat we van en aan elkaar leren'

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Dominante cultuur

= de cultuur van de meerderheid van de mensen in een samenleving.

-gedeelde waarden die de meesten belangrijk vinden
Subcultuur

= een groep mensen met waarden, normen en cultuurkenmerken die gedeeltelijk afwijken van de dominante cultuur.
(cultuur van een kleinere groep)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Dominant of sub?

Slide 7 - Slide

Cultuurverschillen
Cultuurverschillen tussen mensen hebben met de volgende factoren te maken:
-Stad en platteland                                                             (drukte en sociale controle)
-Inkomen en maatschappelijke positie                     (levensstijl)
-Land van herkomst van jou of je ouders                  (nieuwe tradities) 
-Leeftijd                                                                                    (jij en je opa en oma)
-Mannen en vrouwen                                                         (hobby's en verwachtingen)
-Godsdienst                                                                           (moslims en christenen)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Pluriforme Samenleving

->een samenleving van mensen met verschillende culturen en levensstijlen.

Slide 11 - Slide

Maken
Maak vragen 1-5 van bladzijde 7.
Je maakt de opdrachten alleen.
Klaar? Lees alvast bladzijden 8 en 9 door.
Vraag? Steek even je hand op.
Na de tijd kijken we het na.
timer
5:00

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Identiteit
-> de persoon die jij bent en/of wilt zijn

Wordt bepaald door:
-socialisatie en internalisatie
-identificatie
-karakter en ervaringen

Slide 14 - Slide

Socialisatie

->het aanleren van de cultuurkenmerken van een groep of samenleving.

-kan bewust en onbewust gebeuren
Internalisatie

-> aangeleerde waarden, normen en gewoonten zijn een automatisch deel van je gedrag geworden.

-veel pas je onbewust toe en gaat dus vanzelf!

Slide 15 - Slide

Identificatie
Je wilt op iemand lijken en dus neem je het gedrag van die persoon over.

Denk aan dezelfde kleding, kapsel of hobby.

Slide 16 - Slide

Identiteit 
Tot slot horen ook je karakter en ervaringen bij je persoonlijke identiteit. Eeneiige tweelingen zijn nog steeds uniek!


Slide 17 - Slide

Groepsidentificatie
-> Je voelt je verbonden met een groep mensen, omdat je dezelfde kenmerken of gewoonten hebt.

-door groepsidentificatie ontstaat soort wij-gevoel
-> dat zorgt ook voor een wij-zij tegenstelling

-Kan je trouw zijn aan alle groepen tegelijk bij wie jij hoort?

Slide 18 - Slide

Voorbeelden
1. Deze persoon viert altijd carnaval, is voor PSV, heeft als hobby schilderen en heeft 2 kinderen maar gescheiden.
2. Deze persoon is lid van politieke partij, speelt gitaar, is single en reist graag met zijn vrienden naar verre landen.
3. Deze persoon is moslim, houdt van wandklimmen, leest graag boeken en is getrouwd. 
-> een Pluriforme Samenleving! Veelkleurig en veelvormig!

Slide 19 - Slide

Maken
Maak vragen 6-9 van bladzijde 9.
Je maakt de opdrachten alleen.
Klaar? Even niks
Vraag? Steek even je hand op.
Na de tijd kijken we het na.
timer
5:00

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Bij welk filmpje voelde je je het meest Nederlander of verbonden met Nederland?
Filmpje 1 (Sport)
Filmpje 2 (4 mei)
Filmpje 3 (Wilhelmus)

Slide 24 - Poll

Aan de slag
Maak opdrachten 11, 12 ,13, 15 en 16.
Klaar? Maak de begrippenlijst op bladzijde 14.
Vraag? Steek even je hand op.
Je maakt de opdrachten alleen, de begrippenlijst mag je samen doen.
Na de tijd kijken we het na.
timer
20:00

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video