What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Vragers en aanbieders hoofdstuk 1
Kosten
Variabele kosten
Constante kosten
Marginale opbrengsten
Marginale kosten
1 / 40
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
This lesson contains
40 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
40 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Kosten
Variabele kosten
Constante kosten
Marginale opbrengsten
Marginale kosten
Slide 1 - Slide
Kosten
Variabele kosten = kosten die afhankelijk zijn van de productie van een bedrijf:
grondstoffen, verpakking, vervoer
Constante kosten = kosten die onafhankelijk zijn van de productie van een bedrijf:
Huur, verzekering, afschrijving van machines
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
De context
De verkoopprijs van een fiets is € 2.250
De constante kosten zijn € 500.000
Sjoerd produceert en verkoopt 2.000 fietsen
Bereken de winst die hij behaalt
Slide 17 - Slide
De context
Omzet 2.000 X € 2.250 = € 4.500.000
Variabele kosten 2.000 X € 1.850 = € 3.700.000
Constante kosten 500.000
Totale kosten
€ 4.200.000 -
Winst € 300.000
Slide 18 - Slide
Opgave 1.11 A
De verkoopprijs van een fiets is € 2.250
Hoe groot zijn de marginale kosten van een fiets vanaf 2.001 stuks?
€ 1.900
Bereken hoeveel winst elke extra verkochte fiets oplevert
€ 2.250 - € 1.900 = € 350
Slide 19 - Slide
Opgave 1.11 B
Prijs is € 2.250
Levert verdere uitbreiding tot 3.000 fietsen extra winst op?
Ja, € 2.250 - € 1.950 = € 300 extra winst per fiets
Slide 20 - Slide
Opgave 1.11 C
Prijs is € 2.250
Levert verdere uitbreiding tot 3.500 fietsen extra winst op?
Ja, € 2.250 - € 2.200 = € 50 extra winst per fiets
Slide 21 - Slide
Opgave 1.11 D
Prijs is € 2.250
Zal Sjoerd de productie uitbreiden naar 4.000 stuks?
Nee, de marginale kosten zijn vanaf 3.501 stuks € 2.400 en de marginale opbrengsten blijven € 2.250 per fiets
Slide 22 - Slide
Opgave 1.12
De verkoopprijs van een fiets is € 2.250
A. De marginale opbrengst per fiets is
€ 2.250
B. De marginale kosten van de 1.000ste fiets?
€ 1.850
C. De marginale kosten van de 2.400ste fiets?
€ 1.900
D. De marginale kosten van de 3.600ste fiets? --> € 2.400
Slide 23 - Slide
Bestuderen/ maken
Opgave 1.13
timer
8:00
Slide 24 - Slide
1.13 A Bereken winst bij 3.000 fietsen
Omzet - kosten = winst
Omzet = hoeveelheid X prijs
Constante kosten zijn € 500.000
Slide 25 - Slide
1.13 A Bereken winst bij 3.000 fietsen
Omzet = 3.000 X € 2.250 € 6.750.000
Variabele kosten:
2.000 X € 1.850 + 500 X € 1.900 + 500 X € 1.950 € 5.625.000
Constante kosten
€ 500.000 -
Winst € 625.000
Slide 26 - Slide
1.13 B Bereken met welk bedrag winst toeneemt als afzet stijgt tot 3.500
Omzet neemt toe met 500 X € 2.250 = € 1.125.000
Kosten nemen toe met 500 X € 2.200 =
€ 1.100.000 -
Winst neemt toe met € 25.000
Of:
Winst neemt toe met 500 X (2.250- 2.200) = € 25.000
Slide 27 - Slide
1.13 C Bereken met welk bedrag winst afneemt als afzet stijgt van 3.500 tot 4.000
Omzet neemt toe met 500 X € 2.250 = € 1.125.000
Kosten nemen toe met 500 X € 2.400 =
€ 1.200.000 -
Winst neemt af met € 75.000
Of:
Winst neemt af met 500 X (2.250- 2.400) = € 75.000
Slide 28 - Slide
1.13 D Bereken totale winst bij 4.000 fietsen
Winst bij 3.000 fietsen € 625.000
+ toename winst bij 3.500 fietsen € 25.000 +
+ afname winst bij 4.000 fietsen
€ 75.000 -
Winst bij 4.000 fietsen € 575.000
Slide 29 - Slide
1.13 E Bij welke productie en afzet is winst maximaal?
Bij 3.500 fietsen
Van 3.001 tot 3.500 fietsen is marginale opbrengst groter dan marginale kosten.
Vanaf 3.501 fietsen zijn de marginale kosten (2.400) groter dan de marginale opbrengsten (2.250)
Slide 30 - Slide
Maken
Tot en met 1.17
timer
5:00
Slide 31 - Slide
Maak de puzzel
Slide 32 - Slide
Kosten
Variabele kosten
Constante kosten
Marginale opbrengsten
Marginale kosten
Slide 33 - Slide
Totale omzet en totale kosten
Jan Haring verkoopt.....haring. Zijn gegevens:
Prijs € 3. Constante kosten € 2.000 per maand
Variabele kosten per stuk € 1
500
1.000
2.000
Omzet
500 X € 3 = € 1.500
1.000 X € 3 = € 3.000
2.000 X € 3 =
€ 6.000
Variabele kosten
500 X € 1 = € 500
1.000 X € 1 = € 1.000
2.000 X € 1 =
€ 2.000
Constante kosten
€ 2.000
€ 2.000
€ 2.000
Slide 34 - Slide
Van totaal naar gemiddeld
Jan Haring verkoopt.....haring. Zijn gegevens:
Prijs € 3. Constante kosten € 2.000 per maand
Variabele kosten per stuk € 1
500
1.000
2.000
Omzet
€ 1.500/ 500 = € 3
€ 3.000/ 1.000 = € 3
€ 6.000/ 2.000 = € 3
Gemiddelde Variabele kosten
€ 500/ 500 = € 1
€ 1.000/ 1.000 = € 1
€ 2.000/ 2.000 = € 1
Gemiddelde
Constante kosten
€ 2.000/ 500 = € 4
€ 2.000/ 1.000 = € 2
€ 2.000/ 2.000 = € 1
De gemiddelde constante kosten dalen als de productie stijgt
Totale constante kosten/ productue
Gemiddelde variabele kosten = totale variabele kosten/ productie
TVK/ Q
Slide 35 - Slide
Van gemiddeld weer naar totaal
Jan Haring verkoopt.....haring. Zijn gegevens:
Prijs € 3. Constante kosten € 2.000 per maand
Variabele kosten per stuk € 1
500
1.000
2.000
Omzet
500 X€ 3 = € 1.500
1.000 X € 3 = € 3.000
2.000 X € 3 =
€ 6.000
Totale Variabele kosten
GVK X Q = TVK
€ 1 X 500 = € 500
GVK X Q = TVK
€ 1 X 1.000 = € 1.000
GVK X Q = TVK
€ 1 X 2.000 =
€ 2.000
Totale
Constante kosten
GCK X Q = TCK
€ 4 X 500 = € 2.000
GCK X Q = TCK
€ 2 X 1.000 = € 2.000
GCK X Q = TCK
€ 1 X 2.000 =
€ 2.000
Slide 36 - Slide
Werken aan de weektaak
timer
8:00
Slide 37 - Slide
De les begint over .......
timer
2:30
Welk woord staat op het bord
Slide 38 - Slide
De les begint over .......
timer
2:30
Breakeven afzet!!
Slide 39 - Slide
Maak de proeftoets hoofdstuk 1
8 minuten in stilte
2 minuten zachtjes overleg
timer
8:00
timer
2:00
Slide 40 - Slide
More lessons like this
H2-3 Marginale analyse
April 2021
- Lesson with
38 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
KP-3 Les 5
March 2022
- Lesson with
17 slides
H3 - 2 variabele en marginale kosten, bep en max winst
February 2022
- Lesson with
31 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
H3 - 2 variabele en marginale kosten, bep en max winst
August 2024
- Lesson with
29 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
JCL vraag en aanbod les 11
April 2022
- Lesson with
33 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
2.3 Marginale kosten deel 2
January 2021
- Lesson with
23 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
KP-3 Les 2
February 2021
- Lesson with
39 slides
Kostprijs 3
Tertiary Education
H 3 - 4 Van marginale kosten naar de aanbodlijn
February 2024
- Lesson with
41 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4