What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Persoonlijk voornaamwoord 1e en 4e naamval
Naamvallen??
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Naamvallen??
Slide 1 - Slide
Onderwerp? 1e / Lijdend voorwerp?4e
Slide 2 - Slide
Persoonlijk voornaamwoord
Slide 3 - Mind map
Hoe kunnen we naamvallen ook noemen?
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Video
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie
wer
was
mich = mij
dich - jij
ihn = hem
sie = haar
es = het
uns = ons
euch = jullie
sie = hen
Sie = u
wen = wie
was = wat
Slide 6 - Slide
Persoonlijk voornaamwoord
euch
sein
euer
ihr
dich
Slide 7 - Drag question
Sleep de persoonlijke voornaamwoorden in de zinnen. Let op het kan 1e of 4e naamval zijn. Er blijven persoonlijke voornaamwoorden over.
euch
ich
mich
ihr
sie
dich
du
ihn
er
Ich finde .... nett
Geht ... auch mit in den Zoo?
Das Geschenk ist für .....
Gehst .... noch ins Kino?
Wir besuchen .... am Wochenende.
Ich finde .... sehr sympathisch.
Slide 8 - Drag question
Voorzetsels???
Slide 9 - Slide
Voorzetsels 4e naamval
durch
für
ohne
um
bis
gegen
entlang
Slide 10 - Slide
durch
für
ohne
um
bis
gegen
entlang
door
voor
zonder
om
tot
tegen
langs
Slide 11 - Drag question
Geht ihr ohne ......(mij) in die Stadt?
A
ich
B
du
C
mich
D
dich
Slide 12 - Quiz
Meine Oma macht sich Sorgen um ....... (jou)
A
du
B
sie
C
dich
D
ihn
Slide 13 - Quiz
Spielt er am Samstag gegen ..... (ons)?
A
ihr
B
uns
C
sie
D
wir
Slide 14 - Quiz
Sie wurde durch ...... (hem) nicht eingeladen.
A
er
B
sie
C
ihr
D
ihn
Slide 15 - Quiz
Ich bestelle Pizza für ....... (jullie).
A
mich
B
ihr
C
euch
D
sie
Slide 16 - Quiz
Für ...... (wie) hast du Eis geholt?
A
wie
B
wer
C
was
D
wen
Slide 17 - Quiz
Ich warte, bis ..... (zij) fertig ist.
A
sie
B
ihr
C
Sie
D
du
Slide 18 - Quiz
....... (ik) sehe euch nicht.
A
ich
B
mich
C
ihr
D
uns
Slide 19 - Quiz
....... (door hem) kann ich jetzt nicht nach Hause.
A
für er
B
durch ihn
C
gegen ihn
D
um er
Slide 20 - Quiz
Mein Bruder kann ......... (zonder mij) nicht schlafen.
A
um ich
B
bis mich
C
durch ich
D
ohne mich
Slide 21 - Quiz
Für ........ hast du das mitgebracht?
A
wem
B
was
C
wen
D
warum
Slide 22 - Quiz
........ hat er dir gesagt?
A
wen
B
was
C
wem
D
wofür
Slide 23 - Quiz
Hausaufgaben
Kapitel 7: Aufgabe 17 t/m 25
Fertig? Kontrolle bei Bea
Slide 24 - Slide
More lessons like this
Persoonlijk voornaamwoord 1e en 4e naamval
October 2019
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
M3 Kapitel 11 (pers vnw) en Wörterlisten D-N
October 2022
- Lesson with
35 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Grammatik - Persoonlijke voornaamwoorden 1e en 4e naamval/ Voorzetsels 4e naamval
May 2022
- Lesson with
29 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammatik - Persoonlijke voornaamwoorden 1e en 4e naamval/ Voorzetsels 4e naamval
1 month ago
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammatik - Persoonlijke voornaamwoorden 1e en 4e naamval/ Voorzetsels 4e naamval
January 2023
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
persoonlijk voornaamwoorden naamvallen
October 2024
- Lesson with
46 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, vwo
Leerjaar 3
1e en 4e naamval
October 2022
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
HA2: Kapitel 6 vierde naamval en voorzetsels
January 2024
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2