Weektaak: maken Kapitel 4, Lektion 2 --> Aufgabe: 1, 4, 7, 8, 9, 12
1= herhaling, 4=woordjes, 7/8= grammatica keuzevoorzetsels
9/12= grammatica geslachten znw
- Wie (hoe)? Boek/online
- Hilfe (hulp)? Buren, boek, docent
- Zeit (tijd)? tot 13:50
- Fertig (klaar)? Leren so