Wk 22 klas 2 (online les - Coronavirus): Formatieve toets Lezen + Gram bl 4

Welkom 


Nederlands 
Havo/vwo en vwo leerjaar 2
Zoom, LessonUp, schrift, pen, Schooltas, Drive

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom 


Nederlands 
Havo/vwo en vwo leerjaar 2
Zoom, LessonUp, schrift, pen, Schooltas, Drive

Slide 1 - Slide

Voordat we gaan beginnen
Energizer: Tijden veranderen, iedereen verandert 

1. In groepjes (van ong 6 personen). 
2. Iedereen verandert iets dat zichtbaar is in de camera (achtergrond, sjaal, bril, pet, haar, grote oorbellen).
3. De leerlinge in het groepje schrijven de 6 veranderingen op in hun schrift.
4. Bespreek de 6 veranderingen. 
5. Wie had alles goed? 

Slide 2 - Slide

Terugblik (zie Som)
2hv: Lezen blok 1 t/m 5: eindopdracht Drieluik(zie e-mail).
+ Gramm blok 4, blz. 174 opdracht 10 en 12 maken + nakijken
(onderschikkend en nevenschikkend voegwoord)

2vwo: Lezen blok 1 t/m 5 eindopdracht Drieluik (zie e-mail)
Grammatica blok 4, blz. 187 opdracht 2, 4 en 8 maken 
(onderschikkend en nevenschikkend voegwoord). 

Slide 3 - Slide

Je schrift
1. Tijdens de online lessen hebben we aan Lezen blok 4, 5 en 6 gewerkt. 
2. De antwoorden van de opdrachten staan in je schrift. 
3. Je hebt de antwoorden nagekeken (mapje in Drive)
4. Je hebt netjes en zorgvuldig gewerkt. 
5. Per les een paar leerlingen een foto van het schrift gestuurd. 

Tot slot: Als we weer op school zijn, kan ik jullie schriften bekijken. Goed om jullie ontwikkeling en voortgang te zien. Handig om advies te geven. 

Slide 4 - Slide

Wat we deze week gaan doen
Lezen:
  • Je kent kent de begrippen en de betekenissen van blok 1 t/m 5 Lezen
  • Je kunt de begrippen en betekennissen toepassen in de eindopdracht. 

Grammatica:
  • Je weet wat een nevenschikkend en onderschikkend voegwoord is.  
  • Je weet hoe je hoofdzinnen en bijzinnen kan herkennen in een zin. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Vorige les
Enkelvoudige zin:
Ik ga naar de kermis
met Danny.

    Samengestelde zin:
 Ik ga naar de kermis en
Danny wil mee.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Lees de theorie
2 h/v: blz 221, 222, 223
2 vwo: blz 190 en 240

Maak een aantekening 
in je schrift. 



Slide 9 - Slide

Individuele opdracht:
2hv: methode Schooltas, Grammatica blok 5
blz. 221 opdracht 2 maken + nakijken
blz 221. opdracht 2 + 4 voor de leerlingen die naar vwo willen. 

2vwo: methode Schooltas, Grammatica blok 5
blz. 239 opdracht 6 maken + nakijken
De antwoorden staan in drive in de map 'lezen' --> blok 4 t/m 6

Slide 10 - Slide

2h/v: Blok 4, opdr 2 anwtoorden

1. Je moet de rode puntpaprika’s in reepjes snijden.
 Je kunt daarna de zaadjes eruit halen.
 en = nevenschikkend voegwoord

  1. De kok moet de uitjes fruiten.
 De andere groenten erbij kunnen.
 voordat = onderschikkend voegwoord

  1. De wielrenner stopte met fietsen.
 Hij de auto met hoge snelheid zag naderen.
 toen = onderschikkend voegwoord

4. Het meisje verwacht.
 Ze van de slager een stukje worst krijgt.
 dat = onderschikkend voegwoord 

5. Wil je nog een beetje cola?
 Drink je liever iets anders?
 of = nevenschikkend voegwoord

6. De patiënt moet zich al om zeven uur bij de dagbehandeling melden.
 De verpleegkundige eerst een paar onderzoeken moet doen.
 omdat = onderschikkend voegwoord

Slide 11 - Slide

2vwo: Blok 5, opdr. 6 anwtoorden

1 als = onderschikkend voegwoord
Het licht in vuur is blauwer = hoofdzin
het vuur heter is = bijzin
omdat = onderschikkend voegwoord.
 blauw licht energierijker is dan rood licht = bijzin
.

2 dat = onderschikkend voegwoord
Er is een grote kans = hoofdzin
je gezellig mee gaat doen = bijzin
als = onderschikkend voegwoord.
 je naast een gapend medemens zit = bijzin

3 Toen = onderschikkend voegwoord
 je omgeving het even had gehad met jouw belangstelling voor van alles en nog wat = bijzin
. kon je je vragen afvuren op deze robot = hoofdzin.  want = nevenschikkend voegwoord 
 hij luistert altijd belangstellend = hoofdzin.

4 dat = onderschikkend voegwoord
 Je ziet in Afrikaanse landen = hoofdzin
 dieren een lift krijgen van een nijlpaard = bijzin
 maar = nevenschikkend voegwoord
 meestal zitten er ossenpikkers op de rug van het nijlpaard = hoofdzin
 omdat = onderschikkend voegwoord
 zij extra bescherming zoeken = bijzin


Slide 12 - Slide

Waar werk je naar toe:
2hv/ vwo: 

Binnenkort: oefentoets grammatica (woordsoorten/ zinsdelen).
Daarna: formatieve toets grammatica (woordsoorten/ zinsdelen). 

Begin vast met oefenen: boek, aantekeningen, cambiumned etc

Slide 13 - Slide

Tekstbegrip

Slide 14 - Slide

Eindopdracht Lezen blok 1 t/m 5
Opdracht: Maak een tri fold board

Wat: Maak een tri fold board
Wie: Iedere leerling uit de klas maakt 1 tri fold board
Waar: Thuis
Wanneer: 15 juni inleveren (foto in mapje Drive en/of op school)
Waarom: Laten zien dat je de theorie uit Lezen blok 1 t/m 5 op een creatieve manier kan toepassen.

Slide 15 - Slide

Eindopdracht:
1. Opdracht via de e-mail. 
2. Samen de opdracht lezen.
3. Formatieve toets (cijfer telt niet mee, wel in Som)
4. Zet je voor- achternaam, handtekening, klas en datum op het drieluik. 

Slide 16 - Slide

Individuele opdracht:
1. In break-out rooms aan de slag. 
2. Vragen stellen 




Slide 17 - Slide

Doelen behaald?

Lezen:
Je kent kent de begrippen en de betekenissen van blok 1 t/m 5 Lezen.
Je kunt de begrippen en betekennissen toepassen in de eindopdracht.

Grammatica:
Je weet wat een nevenschikkend en onderschikkend voegwoord is.
Je weet hoe je hoofdzinnen en bijzinnen kan herkennen in een zin. 

Slide 18 - Slide

Afsluiting
Reflectie: Welke smiley kies je?
1. smiley= hoe vond je de les en waarom?
2. smiley = hoe voel jij je na deze les en hoe komt dat?

Slide 19 - Slide

Afsluiting
Huiswerk in Som havo/vwo:
Lezen: Eindopdracht blok 1 t/m 5 (drieluik, zie e-mail).
Grammatica: Blok 5, opdracht 2 (en 4)

Huiswerk in Som vwo:
Lezen: Eindopdracht blok 1 t/m 5 (drieluik, zie e-mail).
Grammatica: Blok 5, opdracht 6

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide