Oefenen met beschrijven voorwerpen 2021

Oefenen met mondeling
Vocabulaire trainen voor het mondeling
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefenen met mondeling
Vocabulaire trainen voor het mondeling

Slide 1 - Slide

Vocabulaire

Slide 2 - Slide

Welke vormen weet jij in het Frans.

Slide 3 - Mind map

Formes
Rond(e)
Carré(e)
Rectangle
Triangle
Circle
Ovale
Cylindre

Slide 4 - Slide

Welke materialen weet je in het Frans

Slide 5 - Mind map

materiaux
en bois
en tissu
en verre
en plastique
en métal

Slide 6 - Slide

Welke vertaling is juist: en plastique
A
van hout
B
van plastic

Slide 7 - Quiz

Welke vertaling is juist: en bois
A
van hout
B
van plastic

Slide 8 - Quiz

Welke vertaling is juist: en tissu
A
van stof
B
van glas

Slide 9 - Quiz

Welke vertaling is juist: en verre
A
van stof
B
van glas

Slide 10 - Quiz

een nietmachine
A
une parafeuse
B
une agrafeuse

Slide 11 - Quiz

een perforator
A
un perforateur
B
un profiteur

Slide 12 - Quiz

een puntenslijper
A
une taille - crayon
B
un taille - crayon

Slide 13 - Quiz

een paperclip
A
une trobose
B
une trombone

Slide 14 - Quiz

een pen
A
un crayon
B
un stylo

Slide 15 - Quiz

en .......
Realiseer je nu dan dat het Franse woordje "en" voor het materiaal moet staan en het betekent "van" ......

Slide 16 - Slide

une agrafeuse
un perforateur
un taille-crayon
une trombone

Slide 17 - Drag question

rouge
jaune
vert(e)
bleu(e)

Slide 18 - Drag question

en tissu
en métal
en plastique
en verre et en bois

Slide 19 - Drag question

Vertaal: Het is zwart.

Slide 20 - Open question

Vertaal: Het is van metaal.

Slide 21 - Open question

Vertaal: Het is groot.

Slide 22 - Open question

Vertaal: Het is een pen.

Slide 23 - Open question

Vertaal: Je kunt ermee schrijven.

Slide 24 - Open question