3 havo/vwo Hoofdstuk 2 les 1 met audio

1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoe doorloop je deze les?
Je kunt ze naar de volgende dia toe. 
Op sommige dia's zul je het volgende logo zien: 
Wanneer je klikt op zo'n logo zul je horen dat er bij die dia extra informatie is ingesproken. 
Kijk goed, soms staat er zowel uitleg voor 3 havo als voor 3 vwo. Klik dan op de juiste uitleg. 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag:
  • Start hoofdstuk 2
  • Leerdoelen paragraaf 2.1
  • Instructie paragraaf 2.1
  • Aan de slag met 2.1
  • Evaluatie leerdoelen
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

Introductie hoofdstuk 2

Slide 4 - Slide

Omgaan met geld
  • 2.1 Sparen of beleggen?
  • 2.2 Heb je geld genoeg?
  • 2.3 Ben je verzekerd?
  • 2.4 Heeft de overheid invloed?

Slide 5 - Slide

Leerdoelen van vandaag:
  • Je kunt de spaarmotieven benoemen.
  • Je kunt uitleggen wat rente is.
  • Je kunt voorbeelden van spaarvormen noemen.
  • Je kunt rekenen met enkelvoudige en samengestelde rente.

Slide 6 - Slide

Wat is sparen?

Slide 7 - Open question

Ben je op dit moment zelf ergens voor aan het sparen? Zo ja, waarvoor?

Slide 8 - Open question

Waarom sparen mensen?
Spaarmotieven = redenen om te sparen.
3hg
3tvr

Slide 9 - Slide

Hoe verdienen banken geld?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Spaarvormen
  • Spaarrekening, geld is vrij opneembaar, variabele rente.

  • Spaardeposito, geld staat voor langere tijd vast, vaste rente.

Belangrijk!
  • Staat er niets bij, dan is rente altijd per jaar.
  • Rente wordt ook wel interest genoemd. 

Slide 12 - Slide

Aan de slag! Maken opg. 1 t/m 6
  • Gebruik de komende 10-minuten om aan de slag te gaan met opgave 1 t/m 6. Zet de timer aan om de tijd in de gaten te houden. 
  • Ben je klaar of zitten de 10-minuten er op? Ga dan verder naar de volgende dia.  
timer
10:00

Slide 13 - Slide

Hoe bereken je de rente?
Belangrijk!
Rente is altijd per jaar, tenzij er iets anders bij staat.
Gebruik altijd samengestelde rente (zie volgende dia's) tenzij er iets anders bij staat. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Voorbeeld
Verschil enkelvoudige interest, samengestelde interest met een bedrag van € 15.000
1,2% rente
4 jaar

Bekijk de instructievideo op Google classroom
Ga daarna door na de volgende dia.

Slide 16 - Slide

Leerdoelen van vandaag:
  • Je kunt de spaarmotieven benoemen.
  • Je kunt uitleggen wat rente is.
  • Je kunt voorbeelden van spaarvormen noemen.
  • Je kunt rekenen met enkelvoudige en samengestelde rente.

Slide 17 - Slide

Doelmotief/sparen voor een doel
Vermogensmotief/sparen voor de rente
Zekerheidsmotief/ sparen uit voorzorg

Slide 18 - Drag question

wanneer is er sprake van 'rente op rente'?
A
variabele rente
B
vaste rente
C
enkelvoudige rente
D
samengestelde rente

Slide 19 - Quiz

Spaarrekening: € 1.500
1,2% rente
Hoeveel rente na 3 jaar?
Enkelvoudige rente
A
€ 54
B
€ 54,65
C
€ 1.554
D
€ 1.554,65

Slide 20 - Quiz

Startbedrag: €250,-


€255,-
€262,50
261,25
2% rente
5% rente
4,5% rente

Slide 21 - Drag question

Aan het werk

Huiswerk 3hg: opgave 1 t/m 13

Huiswerk 3tvr: opgave 1 t/m 16

Slide 22 - Slide