Hoofdstuk 2 les 1

1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag:
  • Toets bespreken
  • Start hoofdstuk 2
  • Leerdoelen paragraaf 2.1
  • Instructie paragraaf 2.1
  • Aan de slag met 2.1
  • Evaluatie leerdoelen
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Omgaan met geld
  • 2.1 Sparen of beleggen?
  • 2.2 Heb je geld genoeg?
  • 2.3 Ben je verzekerd?
  • Heeft de overheid invloed?

Slide 5 - Slide

Leerdoelen van vandaag:
  • Je kunt de spaarmotieven benoemen.
  • Je kunt uitleggen wat rente is.
  • Je kunt voorbeelden van spaarvormen noemen.
  • Je kunt rekenen met enkelvoudige en samengestelde rente.

Slide 6 - Slide

Wat is sparen?

Slide 7 - Slide

Wie heeft er een spaarrekening?

Slide 8 - Slide

Waarom sparen mensen?
Spaarmotieven = redenen om te sparen.
  • Sparen voor een doel.
  • Sparen uit voorzorg.
  • Sparen voor de rente.

Slide 9 - Slide

Hoe verdienen banken geld?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Spaarvormen
  • Spaarrekening, geld is vrij opneembaar, variabele rente.

  • Spaardeposito, geld staat voor langere tijd vast, vaste rente.

Slide 13 - Slide

Aan de slag! Maken opg. 1 t/m 6
  • Ben je eerder klaar en vind je het nog lastig, ga dan naar de oefenopgaven van paragraaf 1 en maak die.
  • Ben je eerder klaar maar heb je nog wel moeite met de berekeningen, maak dan de extra rekenopgaven.
  • Ben je eerder klaar en wil je iets meer uitdaging, 
       ga dan verder met de verdiepingsopdrachten.

timer
10:00

Slide 14 - Slide

Hoe bereken je de rente?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Voorbeeld op whiteboard.
Verschil enkelvoudige interest, samengestelde interest met een bedrag van € 2.500 dat 2 jaar op een spaarrekening staat tegen 1,2% rente.

Slide 17 - Slide

Vragen?

Slide 18 - Slide

Leerdoelen van vandaag:
  • Je kunt de spaarmotieven benoemen.
  • Je kunt uitleggen wat rente is.
  • Je kunt voorbeelden van spaarvormen noemen.
  • Je kunt rekenen met enkelvoudige en samengestelde rente.

Slide 19 - Slide

Werk nog even verder aan het huiswerk voor volgende week: maken tot en met opgave 13.

Slide 20 - Slide