Wat: Lees en maak hoofdstuk 6, paragraaf 3 (blz. 188 t/m 194).
basis: 24 t/m 28
herhaling: 29 t/m 31
verdieping: 32 en 33
Wanneer: Zorg dat dit voor volgende week af is en kijk het na.
Hoe: Met je boek en in je schrift. Schrijf met pen, teken met potlood.
Klaar?: Als je klaar bent met paragraaf 3, kun je verder met paragraaf 4.