Levensloop (5e) H3. Inkomen en belasting

Periode 3
  • Periode 2: Levensloop H1 (keuzes) en H2 (risico en informatie)

  • Periode 3: Levensloop H3 (inkomen en belasting) en H4 (het gezin)

  • Proefwerk toetsweek 3: Levensloop H1 t/m H4 (weging 2 en 60 minuten)


1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Periode 3
  • Periode 2: Levensloop H1 (keuzes) en H2 (risico en informatie)

  • Periode 3: Levensloop H3 (inkomen en belasting) en H4 (het gezin)

  • Proefwerk toetsweek 3: Levensloop H1 t/m H4 (weging 2 en 60 minuten)


Slide 1 - Slide

Week 6 (vanaf 3 februari) 
Hoofdstuk 3. Inkomen en belasting
  • leerdoelen
  • instructie (heffing op inkomen)
  • filmpjes (2)
  • maakwerk: opdracht 2.1 t/m 2.21

Slide 2 - Slide

Leerdoelen H3. Inkomen en belasting
  • Ik kan uitleggen wat er in een collectieve arbeidsovereenkomst staat.
  • Ik kan box 1 herkennen en kunnen toepassen en zo de inkomensheffing berekenen.


























Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

InkomstenBelasting (IB)
Iedereen in Nederland met een inkomen, betaalt inkomstenbelasting (IB).
Het belastingformulier moet je na ieder jaar invullen.



Werken in loondienst: daarover betaal je loonbelasting (LB). De werkgever houdt dit bedrag (maandelijks) al van je salaris in: loonbelasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting (wordt jaarlijks achteraf verrekend).



Slide 5 - Slide

Bruto en netto loon
Bruto loon
  • loon dat afgesproken is in de collectieve arbeidsovereenkomst
  • loon dat jij afspreekt in je arbeidsovereenkomst

Netto loon
  • Netto loon = Bruto loon - loonbelasting en premies volksverzekeringen

Totale loonkosten (werkgever) = Bruto loon + sociale werkgeverslasten

Zie ook overzicht sociale verzekeringen!

Slide 6 - Slide

Belastingboxen
Onze inkomstenbelasting (IB) in Nederland bestaat uit 3 boxen.
De inkomstenbelasting bestaat uit loonbelasting en
premies volksverzekeringen.

Slide 7 - Slide

Belastingschijven
We hadden de afgelopen 3 jaar 2 belastingschijven in Nederland (in 2025 zijn dat er 3 geworden!).

Voor 2022 gold (zie ook tabel 3.1 in je boek):
belastbaar inkomen
  • tot € 68.507 : 37,1 %
  • hoger dan € 68.507 : 49,5 %

Slide 8 - Slide

Berekening inkomensheffing
(heffingsbedrag)
(inkomensheffing)
(aftrekposten)
(bruto inkomen uit arbeid)
(belastbaar inkomen)
(heffingskortingen)
(schijvensysteem)

Slide 9 - Slide

Stappenplan jaarlijkse IB-aangifte
Stap 1: belastbaar inkomen = bruto inkomen (jaar) – aftrekposten
Stap 2: heffingsbedrag = belastbaar inkomen door schijvensysteem
Stap 3: inkomensheffing = heffingsbedrag - heffingskortingen
Stap 4: te betalen/ontvangen belasting = Inkomensheffing - loonheffing(en)


Slide 10 - Slide

3.9 Syl heeft een bruto jaarloon van € 42.000 en er is afgelopen jaar in totaal € 12.422 loonheffing op zijn loon ingehouden.
Hij heeft een hypotheekrenteaftrek van € 4.500.
Zijn algemene heffingskorting is € 1.700 en zijn arbeidskorting is € 3.700.

a. Stap 1: Bereken het belastbaar inkomen van Syl.
timer
2:00

Slide 11 - Open question

Stap 1: Belastbaar inkomen
Bruto inkomen (jaar)
  • bruto inkomen = € 42.000
Aftrekposten:
  • hypotheekrente = € 4.500
Belastbaar inkomen
  • belastbaar inkomen = bruto inkomen (jaar) - aftrekposten
  • belastbaar inkomen = € 42.000 - € 4.500 = € 37.500

Slide 12 - Slide

3.9 Syl heeft een bruto jaarloon van € 42.000 en er is afgelopen jaar in totaal € 12.422 loonheffing op zijn loon ingehouden.
Hij heeft een hypotheekrenteaftrek van € 4.500.
Zijn algemene heffingskorting is € 1.700 en zijn arbeidskorting is € 3.700.

b. Stap 2 en 3: Bereken de inkomensheffing die hij moet betalen (maak gebruik van figuur 3.1).
timer
2:00

Slide 13 - Open question

Stap 2 en 3: Inkomensheffing
Stap 2: schijvensysteem:
  • belastbaar inkomen € 37.500
  • schijf 1 (t/m € 68.507) 37,1% x € 37.500 = € 13.912
  • schijf 2 (vanaf € 68.507) 49,5% x € 0 = € 0
Stap 3: heffingskortingen:
  • algemene heffingskorting = € 1.700
  • arbeidskorting = € 3.700
Inkomensheffing
  • inkomensheffing = € 13.912 - € 1.700 - € 3.700 = € 8.512

Slide 14 - Slide

3.9 Syl heeft een bruto jaarloon van € 42.000 en er is afgelopen jaar in totaal € 12.422 loonheffing op zijn loon ingehouden.
Hij heeft een hypotheekrenteaftrek van € 4.500.
Zijn algemene heffingskorting is € 1.700 en zijn arbeidskorting is € 3.700.

c. Stap 4: Bereken hoeveel Syl moet betalen of terug krijgt van de belastingdienst.
timer
1:00

Slide 15 - Open question

Stap 4: Te betalen belasting
Te betalen belasting:
  • te betalen/ontvangen belasting = inkomensheffing - loonheffing
  • inkomensheffing = € 8.512
  • loonheffing = € 12.422
  • te betalen/ontvangen belasting = € 8.512 - € 12.422 = - € 3.910
  • zij krijgt dus € 3.910 terug!

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Maakwerk deze week
  • wat: opdracht 3.10
  • hoe: fluisterend overleg met buurman / buurvrouw mag
  • hulp: buurman / buurvrouw of steek je vinger op
  • tijd: tot 1 minuut voor einde les
  • uitkomst: zo ver mogelijk
  • klaar: ga verder met opdracht 3.1 t/m 3.9

Slide 18 - Slide

Leerdoelen H3. Inkomen en belasting
  • Ik kan uitleggen wat er in een collectieve arbeidsovereenkomst staat.
  • Ik kan box 1 herkennen en kunnen toepassen en zo de inkomensheffing berekenen.
  • Ik kan het gemiddeld en marginaal heffingstarief bepalen.
  • Ik kan de belastingstelsels (3) en de gevolgen voor de inkomensverdeling beschrijven.
  • Ik kan onderscheid maken tussen primair, secondair, bruto en netto-inkomen.
  • Ik kan met behulp van de Gini-coëfficiënt inkomensverdeling concretiseren.
  • Ik kan effecten analyseren van overheidsmaatregelen op de inkomensverdeling
  • Ik kan sociale uitkeringen en toeslagen herkennen voor herverdeling en verzekering.
  • Ik kan herkennen dat er een afruil (uitwisseling) tussen doelmatigheid en rechtvaardigheid bestaat bij herverdeling van inkomen bestaat.


























Slide 19 - Slide

Draagkrachtbeginsel
wordt gehanteerd in Nederland!

Slide 20 - Slide

Progressief belastingstelsel
Draagkrachtbeginsel = progressief belastingstelsel
waardoor inkomensverschillen kleiner worden = nivellering!

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Winstbelasting
  • Natuurlijke personen (zoals eenmanszaak en VoF) betalen inkomstenbelasting (IB) over de winst.
  • Rechtspersonen (zoals BV en NV) betalen vennootschapsbelasting (VpB) over de winst.

Slide 24 - Slide