Jong & Oud (5e) H3. Werken en belasting betalen

Inkomen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Inkomen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Inkomstenbelasting
De inkomstenbelasting (IB) bestaat uit 3 boxen.

In hoofdstuk 3 beperken wij ons tot Box 1 (inkomen uit werk en woning).

Slide 3 - Slide

IB Box 1 (inkomen uit werk en woning)
(heffingsbedrag)
(inkomensheffing)
(aftrekposten)
(bruto inkomen
uit arbeid)
(belastbaar inkomen)
(heffingskortingen)
(schijvensysteem)

Slide 4 - Slide

Aftrekposten

  • pensioenpremies
  • rente hypotheek (eigen woning)
  • reiskosten (werk OV)
  • studiekosten (met een drempel van € 250)
  • giften goede doelen (met een drempel van 1% van het bruto inkomen) 
Heffingskortingen

  • algemene heffingskorting
  • arbeidskorting
  • ouderenkorting
  • etc.

Slide 5 - Slide

Belastingschijven
In 2021 hebben we (nog maar) 2 belastingschijven.

Belastbaar inkomen
tot € 68.507 : 37,1 %
hoger dan € 68.507 : 49,5 %

Slide 6 - Slide

Loon- en inkomensheffing
Bruto loon = afgesproken loon tussen werkgever en werknemer

  • Netto loon = bruto loon - belastingen & premies volksverzekeringen
  • Loonheffing = voorheffing belastingen & premies volksverzekeringen (maandelijks)
  • Inkomensheffing = te betalen belastingen & premies volksverzekeringen (jaarlijks)
  • Te betalen/ontvangen belasting = inkomensheffing (jaarlijks) - loonheffing (maandelijks x aantal perioden)



Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Stappenplan jaarlijkse belastingaangifte
Stap 1: belastbaar inkomen = bruto inkomen (jaar) – aftrekposten

Stap 2: heffingsbedrag = belastbaar inkomen door schijvensysteem
Stap 3: inkomensheffing = heffingsbedrag - heffingskortingen
Stap 4: te betalen/ontvangen belasting = Inkomensheffing - loonheffing(en)


Slide 9 - Slide

Mevrouw B.E. Lasting uit Buitenpost heeft in 2021 een bruto jaarinkomen van € 84.000.
De premie voor haar aanvullende pensioen was € 1.500.
Zij heeft een hypotheek voor haar woning van € 200.000 waar zij 2% rente over betaalt.
Daarnaast reisde zij in 2021 met het OV naar haar werk voor € 1.200.
Tenslotte betaalde zij in 2021 € 1000 aan Greenpeace.

Stap 1: Bereken het belastbaar inkomen van mevrouw B.E. Lasting voor 2021.
timer
2:00

Slide 10 - Open question

Stap 1: Belastbaar inkomen
Bruto inkomen € 84.000
Aftrekposten:
  • pensioenpremie        - € 1.500
  • hypotheekrente         - € 4.000 (2% van € 200.000)
  • reiskosten                     - € 1.200 (woon-werk met OV)
  • giften                               - €    160 (Greenpeace € 1.000 - 1% x € 84.000)
Belastbaar inkomen = € 84.000 - € 6.860 = € 77.140

Slide 11 - Slide

Stap 2: Bereken het heffingsbedrag van mevrouw B.E. Lasting voor 2021.
timer
2:00

Slide 12 - Open question

Stap 2: Heffingsbedrag
Belastbaar inkomen € 77.140

Schijvensysteem:
  • schijf 1 (t/m € 68.507) 37,1% x € 68.507 = € 25.416
  • schijf 2 (vanaf € 68.507) 49,5% x € 8.633 = € 4.273

Heffingsbedrag = € 25.416 + € 4.273 = € 29.689

Slide 13 - Slide

Door haar 'hoge' inkomen heeft zij geen recht op de algemene heffingskorting. Wel heeft zij recht op de arbeidskorting die uitkomt
op € 1.725.

Stap 3: Bereken de inkomensheffing van mevrouw B.E. Lasting voor 2021.
timer
1:00

Slide 14 - Open question

Stap 3: Inkomensheffing
Heffingsbedrag € 29.689

Heffingskortingen:
  • algemene heffingskorting € 0
  • arbeidskorting € 1.725

Inkomensheffing = € 29.689 - € 1.725 = € 27.964

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Bereken het gemiddelde en het marginale heffingstarief (belastingdruk)
van mevrouw B.E. Lasting in 2021.
timer
2:00

Slide 19 - Open question

Heffingstarief (belastingdruk)
Bruto inkomen € 84.000

Inkomensheffing € 28.459

Gemiddelde heffingstarief = inkomensheffing / bruto inkomen x 100%
                                                         = € 27.965 / € 84.000 x 100% = 33,3% 

Marginale heffingstarief = 49,5%

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Wat voor belastingstelsel hebben wij in Nederland?
A
Progressief
B
Proportioneel (vlaktax)
C
Degressief

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide