REKEN H1

REKENEN H1
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

REKENEN H1

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Reken met procenten
3. stijging of daling MET groeifactor
Toename                          Groeifactor = 1 + (%/100)
Afname                             Groeifactor = 1 - (%/100)

Formule                            oude aantal/bedrag x groeifactor = 


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wat is de groeifactor?

Slide 5 - Open question

Wat is de groeifactor?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Wat is het
indexcijfer
van 2009?
jaren
2007
2008
2009
aantal (milj)
18,6
19,8
19,4
indexcijfer
100
106
??

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

Het aantal ic-bedden werd opgeschaald van 1150 naar 2400 bedden. Hoeveel % toename?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Bereken het CPI

Slide 18 - Open question

Reëel inkomen
Als je rekening houdt met de gevolgen van inflatie voor je inkomen, spreek je van een reëel inkomen. 

De reële verandering in procenten van je inkomen bereken je als volgt..

Slide 19 - Slide

4.5 gevolgen van inflatie
inflatie en rente:
  • als de inflatie groter is dan de rente die je krijgt op je spaargeld dan is je spaargeld minder waard.
  • is de rente over je spaargeld gelijk of hoger dan de inflatie dan heeft de inflatie geen invloed op de waarde vermindering van je spaargeld.

Slide 20 - Slide

Reëel inkomen
Als je rekening houdt met de gevolgen van inflatie voor je inkomen, spreek je van een reëel inkomen. 

De reële verandering in procenten van je inkomen bereken je als volgt..

Slide 21 - Slide

Formule reële verandering

Slide 22 - Slide

Nominale verandering: is de verandering van je loon in procenten. 

voorbeeld: Je loon stijgt met 5% 

Dit zegt alleen niet zoveel, want hierbij hou je geen rekening met de inflatie.  
Bij reële verandering doe je dat wel. 

Voorbeeld: je loon stijgt met 5%, de inflatie is 4,5% . De reële verandering (stijging) van je loon is dan +0,5%. 

Voorbeeld: je loon stijgt met 2,5%, de inflatie is 3,5%. De reële verandering (daling) van je loon is dan -1%. 

Slide 23 - Slide

Je nominale inkomen stijgt dit jaar met 1,5%. De inflatie is 0,8%.
Wat is de reële verandering van je loon? (rond af op 1 decimaal)

Slide 24 - Open question