Holmwoods Chapter 2 lesson 1

Holmwoods Unit 2
Themes
Daily life
Eating and drinking
Jobs
Grammar
Modal verbs - could
Modals - may & might
Past perfect
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Holmwoods Unit 2
Themes
Daily life
Eating and drinking
Jobs
Grammar
Modal verbs - could
Modals - may & might
Past perfect

Slide 1 - Slide

1 Telecommuting

Slide 2 - Slide

1 Telecommuting

Slide 3 - Mind map

jobs can be done remotely

Slide 4 - Open question

jobs that can't be done remotely

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

accounting: My dad works at an accounting company

Slide 8 - Open question

remotely: If you work remotely, you can stay home and use your own computer

Slide 9 - Open question

impress : Wow, you can stand on your head! I am impressed.

Slide 10 - Open question

make money: Famous people often make lots of money.

Slide 11 - Open question

timer
1:00
What do you know about modals?

Slide 12 - Mind map


Waar met je op letten bij "Modals"?






Modals zijn speciale hulpwerkwoorden en gedragen zich anders dan alle andere werkwoorden
There are 10 modals

Slide 13 - Slide

What are modals?
timer
0:30
A
Koppelwerkwoorden: to be, to grow, to turn, to appear, to feel
B
Werkwoorden: to see, to listen, to know, to write, to go.
C
Hulpwerkwoorden: must can, could, may, ought to, might, shall, have to, should, will, would
D
Zelfstandige naamwoorden: table, computer, school

Slide 14 - Quiz

timer
1:00
Write down the modals you know

Slide 15 - Mind map

Waar moet je op letten bij modals (= hulpwerkwoord)?
  • 'Modals' hebben geen "-s"in de derde persoon enkelvoud.
He must do his homework now.
  • Modals worden gevolgd door hele werkwoord zonder "to"
  • Negatieve vorm: NOT achter de modal
I shall not break my promise.
  • Veel 'modals' kun je niet gebruiken in de verleden of toekomende tijd.

Slide 16 - Slide

Wanneer gebruik je modals?

Slide 17 - Slide

Kunnen: 
mogelijkheid: may, could/might.

It could rain tomorrow.


Is niet gebeurd : could have
You could have warned sooner

Slide 18 - Slide


Iets dat betrekking heeft op:



Dan gebruik je:


Toestemming,
Mogelijkheid,
Waarschijnlijkheid
timer
0:30
A
Can/could, will/would & may/might
B
Shall, should, must, ought to
C
Can & Could
D
To be allowed to

Slide 19 - Quiz

Welke 'modals' gebruik je bij verbod of verplichting

Slide 20 - Open question

Wat moet je onthouden van 'modals'
A
Geen '-s in 3e persoon enkelvoud
B
Geen '-s in 3e persoon enkelvoud, kunt verleden tijd van maken
C
Geen '-s in 3e persoon enkelvoud, je kunt er toekomende tijd van maken
D
Geen '-s in 3e persoon enkelvoud, gevolgd door hele werkwoord zonder 'to'

Slide 21 - Quiz