Les 17: hoofdzaken en bijzaken

Les 17: hoofdzaken en bijzaken
Je kunt uitleggen waarom zinnen in een tekst hoofdzaken of bijzaken zijn.
Je kan zinnen met hoofdzaken en zinnen met bijzaken van elkaar onderscheiden.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Les 17: hoofdzaken en bijzaken
Je kunt uitleggen waarom zinnen in een tekst hoofdzaken of bijzaken zijn.
Je kan zinnen met hoofdzaken en zinnen met bijzaken van elkaar onderscheiden.

Slide 1 - Slide

Waar gaat de tekst over? ( Tip; kijk naar titel, inleiding, tussenkopjes)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Een tekst gaat ergens over. Dit noem je:
A
het onderwerp
B
hoofdzaken
C
bijzaken
D
een samenvatting

Slide 7 - Quiz

Alle belangrijke informatie die over een onderwerp wordt gegeven, noem je:
A
hoofdzaken
B
bijzaken

Slide 8 - Quiz

Alle minder belangrijke informatie die over een onderwerp wordt gegeven noem je:
A
hoofdzaken
B
bijzaken

Slide 9 - Quiz

Waarom staan er bijzaken in een tekst?

Slide 10 - Open question

Klik aan welk antwoord zou passen bij hoofdzaken
A
uitleg
B
feiten
C
leuker maken

Slide 11 - Quiz

Waar kun je hoofdzaken meestal in een tekst vinden?
A
In de alinea's
B
Aan het begin of aan het eind van een tekst
C
Aan het begin
D
Aan het eind

Slide 12 - Quiz